Gods gedachten - in de mens en de hele schepping tot uiting gebracht - drukken Hem uit, vertegenwoordigen Hem. God en de mens zijn een eenheid zoals oorzaak en gevolg. Omdat de mens de uitdrukking van God is, bezit de mens al de karakteristieke eigenschappen van God, die Geest is, volmaakt, eeuwig volkomen goed. Deze wetenschappelijke waarheid van de eenheid van de mens met God is de Christusidee van het zoonschap. Jezus was zo doordrongen van het bewustzijn van Gods almacht, alomtegenwoordigheid en alwetendheid dat hij de Christus werd genoemd, de gezalfde. Dit bewustzijn dat God weerspiegelt - ofwel de Christus - bevrijdt het mensdom van alle kwaad, niet door een strijd met het kwaad, maar doordat het geen besef van kwaad kent. In dit besef ontwaken wij ons tot ons werkelijke wezen als geïndividualiseerde uitdrukking van God. Door in iedere situatie de alheid van God te erkennen en te bevestigen, vervullen wij de geestelijke en morele wet. Wij stijgen tot de vervulling van onze bestemming als de weerspiegeling van God. In de werkelijkheid van het zijn bestaat er geen identiteit, geen ding, geen idee, dat ook maar iets bevat dat niet voortkomt uit God, de bron van het geschapene. God is Alles-in-alles; en Zijn oneindige manifestatie, de mens en het heelal, wordt voor eeuwig in deze volmaaktheid in stand gehouden. Als we ons bewust worden van de alheid van God en de eenheid van de mens met God, vernietigt dat de subjectieve toestanden van een verondersteld bewustzijn dat van God gescheiden is. Als ons bewustzijn door het goddelijke geïnspireerd is, ervaren wij iets van de altijdaanwezige, nimmer onderbroken harmonie van het werkelijke. Het valse getuigenis verdwijnt. De psalmist zingt: “Word ik wakker, zo ben ik nog bij U.” (Ps. 139:18)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten