donderdag 24 januari 2019

Denken aan anderen

Denken aan anderen is de kern van Christian Science en we doen dat steeds meer wanneer we inzien dat het werkelijke leven geheel geestelijk is. Het kan zich uiten in een spontaan gebaar of in stil gebed, maar de impuls ervoor komt altijd van God. We denken aan anderen en hebben hen lief omdat we in wezen kinderen van de goddelijke Liefde zijn. Christus Jezus moet hebben gezien dat zijn geliefde discipel (de vroege Christelijke kerk geloofde dat Johannes dat was) deze Christusgelijkende liefde in hoge mate bezat. Zien we dat niet in een van de laatste daden van Jezus, toen hij Johannes opdroeg voor zijn moeder te zorgen? In de Bijbel wordt deze tedere zorgzaamheid als volgt beschreven: “Jezus nu, ziende zijn moeder, en de discipel, die hij liefhad, daarbij staande, zeide tot zijn moeder: Vrouw zie, uw zoon. Daarna zeide hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van die ure aan nam de discipel haar in zijn huis” (Joh.19:26,27).  Men kan zich afvragen of de discipel zich bezwaard moet hebben gevoeld door deze nieuwe verantwoordelijkheid, of misschien het gevoel gekregen moet hebben dat zijn eigen geestelijke groei geremd zou worden door de zorg voor een ander. We weten dat de Meester er kennelijk niet zo over dacht, anders zou hij zijn discipel deze opdracht niet gegeven hebben. Soms komen we in de verleiding te geloven dat we onze geestelijke ontwikkeling het beste dienen door ons niet te veel te verdiepen in normale menselijke genegenheden en verantwoordelijkheden. Maar het denken aan anderen, hen koesteren en liefhebben, zijn tekenen dat de goddelijke Liefde met ons is - het zijn aanwijzingen dat de Christus, de essentie van de goddelijke Liefde, werkzaam is in ons individueel bewustzijn.

Geen opmerkingen: