De profeet Jesaja voorspelde de komst van de Christus toe hij schreef: “Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op zijn schouder; en men noemt zijn Wonderlijk, Raad, Sterkte God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst” (Jes.9:5). Jesaja’s voorspelling hield meer in dan alleen de komst van een kindje in doeken gewikkeld, in een kribbe ergens in Bethlehem. Voorzag hij niet de komst van de Messias, de menselijke vertegenwoordiger van de onpersoonlijke Verlosser, de Christus, de goddelijke aanwezigheid - een aanwezigheid die ons leidt, en voedt, en koestert, en die dag in dag uit en overal bij ons is? Deze goddelijke tegenwoordigheid houdt voor ons in dat als we luisteren en gehoorzamen, we gespaard zullen blijven voor verwarring en de botsingen van de menselijke wil. We zullen ons niet laten gaan in vernietigende kritiek over onszelf of over anderen. Als we onze weg met Liefde gaan zal in plaats daarvan iedere dag op onze kalender een kerstdag zijn, een Christus-dag. Want dan zijn we bezig het goddelijk feit te erkennen dat Gods volmaaktheid en intelligent bestuur in al hun macht actief aan het werk zijn, ook daar waar verwarrende, disharmonische beperkingen schijnen te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten