zondag 28 oktober 2018

In harmonie gevestigd

Een van de aspecten van het sterfelijk gemoed is dat het zich voordoet als een agressieve onrustzaaier. Het schept verwarring met een aanbod van mogelijkheden die zowel juist als verkeerd kunnen zijn. Aan de andere kant is de erkenning van alle goddelijke bewustzijn, waarin alle werkelijkheid in zijn universele volmaaktheid besloten ligt, de enige basis van waaruit wij de goede eindresultaten van God in menselijke aangelegenheden hier en nu kunnen bewijzen. In de Bijbel lezen we over de vrienden van Job - hoe ieder zijn eigen versie geeft over de oorzaak van Jobs problemen. Evenzo kunnen wij nu van verschillende bronnen advies aanvaarden - meestal vol theorieën over de problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd en met zogenaamde verklaringen voor deze moeilijkheden. Toen Job weigerde zich door de verwarrende nachtmerrie van het sterfelijk gemoed te laten afhouden van zijn diepe overtuiging dat God goed is,werden alle problemen tenslotte voor hem opgelost. Hij kon met blijdschap roepen: “Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen van uw gedachten kan afgesneden worden . . . Met het gehoor van het oor heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog” (Job 42:2, 5). Als wij ons intuïtief tot het onsterfelijke Gemoed wenden in plaats een verscheidenheid aan juistheden en onjuistheden tegen elkaar af te wegen, gaan we beseffen dat de identiteit van de mens in harmonie is gevestigd als de idee van de goddelijke Liefde. Dan zullen wij ervaren dat mentale verwarring plaatsmaakt voor de ritmische ontvouwing van Waarheids oneindige thema van universele goedheid, en de blijken daarvan zullen in ons dagelijks leven tot uitdrukking komen.

Geen opmerkingen: