donderdag 20 september 2012

Broederschap

Zelfs in het aangezicht van de armoede in de wereld dromen mensen van een plek waar iedereen in overvloed leeft. Sommige politici en economen hebben zich dat ideale oord voorgesteld als een zeer reële plaats op aarde, onder een goed menselijk bestuur, met een rechtvaardige politiek en economisch systeem dat gebaseerd is op verstandig menselijk denken. Zij zijn logisch te werk gegaan en dat voerde hen naar fysieke oorzaken die uiteindelijk allemaal gebaseerd zijn op wat de zintuigen waarnemen. En een van de belangrijkste dingen die wij in onze tijd moeten uitmaken is of onze uitgangspunten wel juist zijn. Als we uitgaan van wat we met de lichamelijke zintuigen waarnemen, van de stoffelijke opvatting van het menselijk gebeuren, dan is het niet mogelijk dat we ooit harmonie vinden, rechtvaardigheid of troost. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat sommigen op een totaal andere wijze de oplossing van het probleem benaderen. Zij zochten de oplossing in het aanvaarden van een geestelijke in plaats van een stoffelijke basis. In Wetenschap en Gezondheid blz. 340 formuleert Mary Baker Eddy het als volgt: “Een oneindige God, het goede, verenigt mensen en volken; vormt de broederschap der mensen; maakt een einde aan oorlogen; doet het Schriftwoord in vervulling gaan: “Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf”; doet heidens en Christelijke afgoderij teniet; - al wat verkeerd is in maatschappelijke, burgerrechtelijke, strafrechtelijke, staatkundige en kerkelijke wetten.” Voor een oplossing van onze problemen op het gebied van intermenselijke relaties moeten we daarom ook niet de blik richten op wat de lichamelijke zinnen vertellen, maar op God.

Geen opmerkingen: