donderdag 1 december 2011

Zoonschap

Wij komen tot beter en volledig begrijpen van ons zoonschap met God, telkens wanneer wij Zijn hoedanigheden tot uiting brengen en aanspraak maken op het erfdeel, dat Gods zoon toebehoort. In Miscellaneous Writings stelt Mrs Eddy de volgende belangrijke en diepgaande vraag (blz. 181): “Is ‘s mensen geestelijke zoonschap een persoonlijke gift aan de mens, of is het de werkelijkheid van zijn wezen, in de goddelijke Wetenschap?” En haar antwoord luidt:
“‘s Mensen kennis van deze grootse waarheid geeft hem macht om zijn goddelijk Beginsel te demonstreren, dat op zijn beurt vereist wordt om zijn zoonschap, of eenheid met God, het goede, te begrijpen.”
God heeft slechts één soort mens geschapen - de uitdrukking van Zijn volmaakte wezen. Wij trachten niet een zoon van God te worden door een goed mens te zijn, ook klimmen wij niet van het sterfelijke naar het onsterfelijke begrip van het zijn. “Nu zijn wij kinderen Gods”, verklaart de Apostel Johannes (1 Joh. 3:2) en wij hebben het door God geschonken vermogen ons voor altijd van onze werkelijke identiteit bewust te zijn.

Geen opmerkingen: