dinsdag 6 december 2011

Ontplooiing


Omdat de mens niet ziet, welke rol de goddelijke ontplooiing in zijn dagelijks leven kan vervullen, laat hij God vaak buiten beschouwing. Hij vertrouwt op een persoonlijk besef van het zelf en gaat bij het afbakenen en vormen van zijn leven en dagelijkse werkzaamheden van een stoffelijk standpunt uit. Zijn redenering en zijn gevolgtrekkingen zijn de uitdrukkingen van het menselijk of sterfelijk gemoed en daarom zijn zij feilbaar en onzeker. Zijn besluiten hebben een tint van twijfel en vrees over de uitkomst. Hij vindt geen zekerheid of succes in menselijke plannen maken en hij bakent zijn plannen af met als basis de menselijke wil en niet de goddelijke leiding. Veel Christian Scientisten leren zich te verheugen in het voortdurend verschijnen van het goede, dat Gods dag, of ontplooiing hun brengt. Hij leert inzien dat de bedoeling van het goddelijk Gemoed op natuurlijke wijze en onvermijdelijk door de werking van geestelijke ontplooiing in zijn bewustzijn verschijnt. Enigszins leert hij het zijn te laten zijn, of zich te laten uitdrukken. Hij leert zelfs zien, dat hij, in zijn ware zelfheid als Gods oneindige idee, zelf de uitdrukking is van de zich ontplooiiende bedoeling van Gemoed. Bereidwilligheid om op de goddelijke ontplooiing te vertrouwen neemt alle vrees, spanning en onrust weg. De Psalmist schreef (Ps. 37:5): “Wentel uw weg op de Heere en vertrouw op Hem: Hij zal het maken.” Aldus geeft men Gods wet de gelegenheid tot ons welzijn te werken en zich te doen gelden als de enige wet, die de mens bestuurt.

Geen opmerkingen: