vrijdag 30 september 2011

Zedelijke wet


In People’s Idea of God (blz. 3) zegt Mrs. Eddy: “Laten wij ons er in verheugen, dat de boog der Almacht alrede de zedelijke hemelen met licht omspant en dat de meer geestelijke idee van het goede en van Waarheid gelijk een belofte op de wolken tot het oude stoffelijke denken komt en in deze tijd een meer metafysische godsdienst in de gedachten van mensen graveert, een godsdienst, die gegrond is op Christian Science.”
Toen Mozes de zedelijke wet aan het mensdom schonk, voegde hij daar vergeldingsmaatregelen aan toe voor hen, die ongehoorzaam waren, en dit was nodig om het bewustzijn wakker te schudden en een primitief volk te leren het juiste te onderscheiden van het verkeerde. Christus Jezus heeft de Geboden niet te niet gedaan, maar leerde, dat zij in de geest van liefde en gerechtigheid in vervulling moeten gaan. Op die wijze moest de gerechtigheid van zijn volgelingen “overvloediger [zijn] dan der schriftgeleerden en Farizeeërs” (Math. 5:20). 
Het was niet het uiterlijke gedrag, maar innerlijke liefde en reinheid, die de individuele gehoorzaamheid aan de wet van God moesten bepalen. Zoals Jezus de vertolking van de wet leerde uit het oogpunt van liefde, wordt in hoge mate de vooruitgang van het mensdom bevorderd naar Geest toe. Mary Baker Eddy ontdekte de alheid van het goede, zij zag, dat God de enige bron is van het goede en bewees, dat zondeloosheid het bewijsbaar geboorterecht is van een ieder individueel. Iedereen heeft het recht zedelijk vrij te zijn. In de goddelijke wetenschap wordt de norm aangegeven, waaraan we elke menselijke gedachte kunnen beoordelen en de juistheid ervan kunnen toetsen en kunnen bepalen of zij uit God komt of uit een verondersteld sterfelijk Gemoed. In het licht van deze volmaakte norm leren wij dat er geen verontschuldiging is voor onvolmaaktheid.

donderdag 29 september 2011

Toepassen


"Verhef u in de kracht van Geest en weersta alles wat ongelijk is aan het goede. God heeft de mens hiertoe in staat gesteld en niets kan afbreuk doen aan de macht en het vermogen, die de mens van Godswege zijn geschonken.” (Wetenschap en Gezondheid blz. 393)
Door deze aanwijzing op te volgen, passen wij Christian Science toe. Door studie zal de Christian Scientist meer en meer zijn van God gegeven werkzaamheid tot uitdrukking brengen, door zijn gedachten in overeenstemming te brengen met alles wat waar, volmaakt en geestelijk is. Op deze wijze passen we Christian Science toe en wanneer zich moeilijkheden voordoen, ervaren wij, dat wij op een veilige grondslag van Waarheid staan, die niet door de stormen van ziekte, disharmonie of vrees aan het wankelen kan worden gebracht.
Ook al zou onze geestelijke zin in het begin zwak en onzeker schijnen, het voortdurend streven om rein, trouw en gehoorzaam te zijn, zal vertrouwen en kracht schenken. Naar deze dingen streeft men door Gods al-zijn te begrijpen. Door dagelijks te realiseren  en te verklaren dat de mens het ene en enige Gemoed weerspiegelt heeft hij de zekerheid dat hij de gaven bezit van intelligentie en overvloedige voorziening.

woensdag 28 september 2011

Upcoming chat


You don't have to be lonely


Ron Mangelsdorf, C.S.B.
Tuesday, October 11, 2011
2:00pm EDT - 3:00pm EDT
"God sets the solitary in families" is one of the Bible's many promises of divine Love's care for all people (Ps. 68:6 New King James Version). In God's eyes you are perfect, loved and lovable, needed and cared for. To find out more about how you can experience the fulfillment that comes from God's love, bring your questions and concerns to this live audio chat with a Christian Science healer and teacher.
About Ron Mangelsdorf: Born and raised in the Chicago suburbs, Ron Mangelsdorf is a Christian Science practitioner and teacher who now resides in Alaska. Ron received an engineering degree from the University of Illinois, served four years as the Committee on Publication for Alaska, and also worked for The First Church of Christ, Scientist in Boston for three years in their federal legislative office in Washington, DC. Ron and his wife have three children.

dinsdag 27 september 2011

Zorg


Jezus heeft gezegd: “Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.” Jezus doelde op dat ogenblik op stoffelijke noden, zoals voedsel en kleding, en vestigde daarbij de aandacht op de ruime voorziening, voor vogels en bloemen beschikbaar, als een bewijs van Gods nimmer falende zorg. Het “Koninkrijk Gods” zoeken betekent: trachten Hem juist te begrijpen. Een koninkrijk is een land of een landstreek, door een koning geregeerd. Indien God Geest is, moet Zijn koninkrijk geestelijk zijn. Hieruit blijkt duidelijk dat wij Gods koninkrijk zullen vinden door geestelijke waarneming. De weg waarlangs voorziening komt is geestelijk. Geestelijke ideeën van God zullen op de juiste wijze tot openbaring komen. Wanneer wij wijsheid nodig hebben zal het al-wetend Gemoed, dat de enige intelligentie is, ons de nodige wijsheid geven om met ons werk verder te gaan. In zijn brief aan de Korintiers spreekt Paulus van de belofte: “Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft die Hem liefhebben.” Wanneer Waarheid zich in het menselijk bewustzijn ontvouwt, zal in elke nood worden voorzien.

maandag 26 september 2011

Vooruitgaan


Mrs. Eddy schrijft in Wetenschap en Gezondheid blz. 495: “Wanneer de illusie van ziekte of zonde u in verzoeking brengt, houdt dan onwrikbaar vast aan God en Zijn idee. Laat niets dan Zijn gelijkenis in uw gedachten verblijven.” Door de aanspraken van het kwaad met intelligentie aan te pakken worden zij vernietigd. Maar door het kwaad te vergoelijken, te vrezen of er boos over te zijn, worden geen goede resultaten verkregen; integendeel, hiermee versterkt men de aanspraken zelfs. Soms probeert iemand het geloof aan het kwaad uit zijn gedachten te bannen, terwijl hij het blijft haten. Dit is een fout, want haat is een dwaling en de ene verkeerde gedachte kan de andere niet vernietigen. Wij moeten beseffen, dat wij alleen door de macht van liefde van God het kwaad kunnen overwinnen. De intelligente bevestiging van het al-zijn van het goddelijk Gemoed is voor de in boeien geslagen mensheid een verklaring van vrijheid. Als Gods idee is de mens altijd in de oneindigheid van het goede, waar geen ruimte is voor kwade geloofswijzen of voor iemand die daarin gelooft. Het is van het hoogste belang dat wij zien dat kwaad of dwaling onpersoonlijk is. In plaats het te beschouwen als een deel van een persoon of een ding moeten wij het als een wangeloof zien.
Het is niet de bedoeling een diepgaande studie van dwaling te maken, omdat zij onwerkelijk is, maar wij moeten weten, dat de dwaling, omdat zij onwerkelijk is, ons niet kan misleiden. Wanneer de dwaling ons niet langer misleidt of verstoort, is bewezen dat zij onwerkelijk is. Naarmate wij vooruitgaan in het geestelijk begrijpen van onze eenheid met het goddelijk Gemoed, ontwikkelen de liefdevolle eigenschappen van geduld, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid en onzelfzuchtigheid in ons. Dan wordt begrepen dat de merkwaardige woorden van Jezus: “Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader die in de hemelen is, volmaakt is” in ons leven bewijsbaar zijn.

zondag 25 september 2011

Kracht


Paulus heeft tijdens zijn loopbaan de nadruk gelegd op de noodzakelijkheid van genade, geloof, vrede en macht. In het twaalfde hoofdstuk in zijn zendbrief aan de Romeinen vinden wij dringende vermaning tot het beoefenen van Christelijke deugden. In dit hoofdstuk vinden wij een reeks bepaalde eigenschappen, die een Christen wel en ondeugden die je niet moet beoefenen. Onze liefde moet oprecht zijn, “ongeveinsd”. Wij moeten geven aan hen die in nood zijn. Misschien zijn er enkelen onder ons die zeggen: “Ik heb nauwelijks genoeg voor mijn eigen behoeften,” of “Ik heb geen thuis, waar ik gasten kan ontvangen.” Wanneer wij ons van het menselijk denken tot het geestelijk denken keren, vinden wij antwoord: “Geef uw Christelijk denken aan hen, die dit nodig hebben en open gastvrij uw gedachten om meer genade, geloof, vrede en macht te ontvangen.” Met de verandering in ons denken komt een verbetering in onze omstandigheden en wanneer deze zich niet openbaart, heeft ons denken misschien nog meer vernieuwing nodig.
De grondslag van Paulus’ werk was de macht van God. Hij spreekt van “de kracht die in ons werkt.” Zijn erkennen van de éne macht, God, gaf hem gezag in zijn onderricht en genezingswerk.  In Miscellaneous Writings (blz. 200) heeft Mrs. Eddy dit in de volgende woorden gezegd: “De heilige rust van Paulus’ welbeproefde hoop ontmoette geen hinderpaal of omstandigheid, te zwaar om overwonnen te worden door een intelligent geloof in de almacht van het goede, die besloten ligt in het goddelijk Beginsel daarvan, in God.”
Wij moeten waakzaam zijn in moeilijke omstandigheden, “volhardend in gebed”. Een gebed waarin geen twijfel schuilt of God al Zijn goede eigenschappen altijd aan Zijn kinderen geven zal, maar in een gebed, waarin beseft wordt, dat zij door weerspiegeling reeds ons eigendom zijn.

zaterdag 24 september 2011

Beloning


Werk hebben betekent dienen - helpende en opbouwende dingen doen voor anderen. Hoe natuurlijk is het voor ons om spontaan iets vriendelijks te doen voor hen, die ons lief zijn. Onze toewijding aan hun welzijn kent geen grenzen. Wij verwachten niets terug dan hun genegenheid.
Hoe leren wij onze medemensen liefhebben? Christian Science leert ons, dat wij eerst Liefde moeten leren kennen als goddelijk Beginsel - als God - de Alles-in-alles van het zijn. De mens, d.w.z. het ware zelf van elk van ons, leeft beweegt zich en heeft zijn wezen volkomen in de goddelijke Liefde. Wanneer wij de tegenwoordigheid van God, van de goddelijke Liefde, beseffen, gaan we mogelijkheden zien anderen van dienst te zijn en vinden wij overal werk. Het is ondenkbaar dat God van ons verlangen zou, dat wij onze medemensen zouden liefhebben en dienen, en ons dan niet belonen zou voor gehoorzamen aan Zijn wil.
Op blz. 494 van Wetenschap en Gezondheid heeft Mrs. Eddy de geïnspireerde woorden geschreven: “De goddelijke Liefde heeft altijd voorzien en zal altijd voorzien in iedere menselijke nood.”
Waar vinden wij werk? Wanneer er deuren voor ons gesloten lijken te zijn, hoeven wij slechts ons recht te doen gelden op ons één-zijn met de goddelijke Liefde. God beloont ons streven om Liefde te weerspiegelen steeds met groter besef van heerschappij over de hele aarde. Alles wel beschouwd komt de beloning niet van een persoon, maar door het koesteren van liefde in ons bewustzijn.  Naarmate wij liefde koesteren in ons hart, zo zal beloning ons deel worden naarmate wij  beseffen, dat de goddelijke Liefde altijd tegenwoordig is en alles bestuurt. De regel die wij te volgen hebben is eenvoudig en de resultaten zijn praktisch en zeker. Wij ervaren het goede. Er is geen uitgestelde mogelijkheid of uitgesteld loon.

vrijdag 23 september 2011

Oordelen


Geestelijk bouwen is het weerspiegelen van Waarheid, Leven en Liefde door een ieder individueel. Dit actief weerspiegelen van Waarheid eist, dat de geboden worden gehoorzaamd, waarop, zoals Jezus gezegd heeft, de gehele wet berust, nl. : “Gij zult de Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht.” en: “Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.”
Hebben wij onze naaste werkelijk lief als onszelf? Wie de mensheid waarlijk liefheeft en naar haar verlossing verlangt zal zijn best doen, elke medemens met liefdevolle, ware gedachten te steunen. De oude gewoonte een verkeerd oordeel te vellen wordt terecht gewezen in Paulus’ woorden: “Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens! wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen.” Mrs. Eddy zag hoe algemeen verspreid deze dwaling van persoonlijk oordelen is, want zij waarschuwt ons uitdrukkelijk In Een Regel voor Beweegredenen en Handelingen (Kerkhandleiding, Art. VIII, sect. 1): “De leden dezer Kerk moeten dagelijks waken en bidden om bevrijd te worden van alle kwaad, van verkeerdelijk voorspellen, oordelen, veroordelen, raadgeven, beïnvloeden of beïnvloed te worden.”
In onze omgang met anderen moeten wij er naar streven de goddelijk Liefde tot openbaring te brengen in hartelijkheid, vriendelijkheid, eerlijkheid, oprechtheid, ootmoed, barmhartigheid, vergevingsgezindheid, hulpvaardigheid, wederzijds vertrouwen, achting en medegevoel, uitgedrukt in wellevendheid. De banden van zuivere vriendschap moeten allen samenbinden. Disharmonie en misverstand kunnen snel overwonnen worden, wanneer iedereen de geest van vergevingsgezindheid naleeft, die Abraham bezielde, toen hij tegen Lot zei: “Laat toch geen twisting zijn tussen mij en tussen u, . . . want wij zijn mannen broeders.” De waakzame en liefdevolle Christian Scientist zal zich nooit in de zaken van anderen mengen; evenmin zal hij menselijke veronderstellingen en opvattingen over de godsdienst van anderen koesteren of iets verspreiden wat nadelig voor hen zou kunnen zijn.

donderdag 22 september 2011

Liefdevoller


Hoe hardnekkig het sterfelijk gemoed ook verklaart, dat de mens zwak, ziek of onvolmaakt is, wij kunnen die leugen buiten ons bewustzijn sluiten, wanneer wij als geestelijke wachters staan aan de deur van ons denken en alleen de volmaakte mens zien, door Jezus aanschouwd. Wanneer wij dan gedachtelijk de blik gericht houden op de geestelijke, eeuwige mens, die God geschapen heeft, kunnen wij, met een overtuiging, geboren uit een bewijsbare kennis van het ware zijn, verklaren, dat er geen andere mens is. Naarmate wij het bestaan van een stoffelijke, sterfelijke mens ontkennen, groeit in ons de gestalte en gelijkenis van de ware, geestelijke mens, wiens volmaaktheid ongerept is. Wanneer wij ernstig verlangen het wezen van de volmaakte mens tot uitdrukking te brengen - onder alle omstandigheden liefdevol, teder, meedogend, eerlijk, rechtvaardig en rein te zijn - zullen wij deze goddelijke eigenschappen meer bewust weerspiegelen en met meer zekerheid en met tevredenheid rust vinden in het begrijpen van de mens Gods.
Diegene die dagelijks groeit in begrijpen van de volmaakte mens, zal onvermijdelijk liefdevoller en vriendelijker worden jegens zijn naasten. Hij ziet iedereen met wie hij omgaat in hun ware wezen - zoals God hen kent - rein en volmaakt. Hij ziet alle dingen in het licht van goddelijke waarden. Hij weerstaat de verzoeking verkeerd te oordelen, een werkelijkheid te maken van een of ander sterfelijk gebrek, van een liefdeloze daad of een onaangename trek in de menselijke persoonlijkheid, zoals koppigheid, kleinheid, ijdelheid, verwaandheid. Hij spreekt geen valse getuigenis, noch tegen zichzelf, noch tegen anderen. Hij weet dat de volmaaktheid van alles in Gods koninkrijk of heelal ongerept is, dat er op geen enkel punt een fout of een gebrek is, omdat al wat bestaat de schepping is van de volmaakte God.

woensdag 21 september 2011

Christus


Een zekere mate van mystiek omgaf het leven van Jezus en de wondere genezingen, die hij verrichtte. Velen hebben geprobeerd zijn werken te verklaren door aan te nemen, dat hij op uitzonderlijke wijze door God was toegerust met de macht om datgene te doen, wat hij gedaan heeft. Terecht hebben zij hem beschouwd als iemand wiens leven onberispelijk was - rein rechtvaardig, vol zedelijke moed, liefdevol, in hoge mate mededogend - iemand, die God liefhad met zijn ganse hart en zijn naaste als zichzelf. En omdat zij dit in hem zagen, hebben zij gemeend, dat God hem uitverkoren had en hem dus in hogere mate met geestelijke macht begiftigd had dan enig ander mens. 
Jezus dacht niet op deze wijze over zichzelf. Zijn natuur neigde niet naar mystiek. Hij begreep de Vader te goed om Hem binnen de grenzen van het eindige te beperken. Jezus was de intelligentste mens, die ooit geleefd heeft, omdat hij meer van het oneindig goddelijk Gemoed weerspiegelde dan enig ander mens. Hij wist dat God zijn Vader was en hij de Zoon Gods. Hij wist ook, dat God de Vader is van alle mensen en dat alle mensen in hun werkelijke zelfheid de kinderen van God zijn.
Paulus zegt  in zijn brief aan de Fiippenzen (4:13): “Ik vermag alle dingen door Christus, die mij kracht geeft.” De kennis van de geestelijke waarheid gaf hem kracht voor het grote werk het evangelie te verspreiden. Dezelfde geestelijk waarheid, die de Meester, die hij liefhad en vereerde, de macht had gegeven, welke deze met zo goed gevolg over de vijand - stoffelijkheid of het kwaad, uitoefende. De ideële waarheid - de Christus - inspireerde de apostel en leidde hem door zijn hele loopbaan van zelfopoffering en zegenrijk dienen van anderen. Het was de ideële Waarheid - de Christus, Waarheid - die elk van de apostelen bezielde tot heldhaftig streven de leer van het Christendom over de gehele wereld te verbreiden. Even als ten tijde van de apostelen is de Christus heden met ons en is even bereikbaar om te genezen en te verlossen als in die tijd.

dinsdag 20 september 2011

Streven


Wanneer wij Christian Science willen demonstreren, moeten we er eerst zeker van zijn, dat wij de fundamentele waarheid, waarop zij gegrond is kennen en begrijpen en dan moeten wij  de nodige moeite doen om de kennis in praktijk te brengen. Dan zal ons eigen leven gezegend worden met de bewijzen van Gods goedheid en bovendien zullen anderen, die dit zien, wellicht aangemoedigd worden om te gaan bewijzen dat Gemoed Alles is. In Terugblik en Inblik (blz. 93-94) schrijft Mrs. Eddy: “Als Christian Science de leer van Paulus opnieuw verkondigt, moeten wij als Christian Scientisten aan de wereld overtuigend bewijs geven van de levende waarde dezer wetenschappelijke verklaring aangaande het zijn. Deze wetenschappelijke waarheid eerder dan anderen begrepen hebbende, zijn wij aan onszelf en aan de wereld verplicht ernstig naar de demonstrering er van te streven.”
Ook zegt zij in Wetenschap en Gezondheid, blz. 3: “God te begrijpen is het werk der eeuwigheid, en vereist algehele toewijding van gedachte, energie en verlangen.”

maandag 19 september 2011

Gods al-zijn

Zichzelf te beklagen is een (andere) vorm voor zich gebonden voelen aan datgene wat niet waar is. Klagen over moeilijke tijden en bekommerd zijn voor zichzelf en voor anderen zijn vormen van dierlijk magnetisme, die ons zodanig kunnen beïnvloeden, dat wij het heerlijke feit van Gods al-zijn uit het oog verliezen en vergeten de weg naar harmonie te kiezen, de weg van het geestelijk begrijpen, van dat wat werkelijk is met de daaruit volgende erkenning van de onwerkelijkheid van kwaad.
 De weg naar harmonie is niet een ingewikkelde weg, integendeel, die weg is eenvoudig, zó eenvoudig, dat het sterfelijk gemoed ons soms ongeduldig maakt, juist over de eenvoud ervan. En het is een rechte smalle weg, daarom is er geen kortere weg. Het is de Christus-weg, de weg van verlossing; want, heeft niet Jeremia de Messias of Christus omschreven als: “De Heere is onze gerechtigheid”? Deze gerechtigheid is niet een persoonlijk bereiken. In Wetenschap en Gezondheid blz. 583, omschrijft Mrs. Eddy “Christus” als: “De goddelijke openbaarwording van God, die tot het vlees komt om vleesgeworden dwaling te vernietigen.” God wordt weerspiegeld in de mens, in de goddelijke idee, die niet geketend is door stoffelijke geloofswijzen, maar altijd bewust is van zijn eenheid met God en daarom altijd harmonisch is.
Het oneindig goddelijk bewustzijn in de mens weerspiegeld, is harmonisch en er is geen ander bewustzijn. Daarom is er geen gebrek aan iets van het goede, want het is het bewustzijn van alles wat goed is en het is onder alle omstandigheden voor ons bereikbaar. Gods al-zijn sluit alles in wat werkelijk en alles wat waar is. Dit te begrijpen is op zichzelf reeds een bevrijding. Vrees kan weerstaan en overwonnen worden naarmate wij beseffen dat er in werkelijkheid niets is om bang voor te zijn, want het enige wat werkelijk tot uitdrukking wordt gebracht, is een openbaarwording van de goddelijke Liefde - een zegen.

zaterdag 17 september 2011

Upcoming chat


Your identity: God–defined


Ginny Luedeman, C.S.B.
Tuesday, September 27, 2011
2:00pm EDT - 3:00pm EDT
"Identity is the reflection of Spirit ...." This statement from Science and Health with Key to the Scriptures by Mary Baker Eddy (p. 477) might seem startling in an age when Facebook, Twitter, and other forms of social media seem to define our lives. This definition may be as old as the Bible's first chapter, which identifies man and woman as made in Spirit's likeness, but it is as contemporary as today's technology in its ability to help people get a deeper understanding of who they really are.
Join this chat to discover more about how spirituality can open up new strengths and talents in your life, how it can bring healing and confidence to your life.
About Ginny Luedeman: Ginny has been in the public practice of Christian Science for over 35 years, having proved this Science to be a practical, "hands-on" law of Love that really works in everyday experiences, even tough ones! She discovered Christian Science in the 60's while singing with a rock group in San Francisco and was healed of an LSD overdose by turning to God. Ginny has seen how this law of Love has strengthened, healed, and lifted her life and the lives of those she has prayed with, including her husband (a retired Army chaplain), six children, and sixteen grandchildren. Ginny lives in Salem, Oregon.

vrijdag 16 september 2011

Blijdschap

In het besef dat blijdschap van geestelijke aard is, zong de Psalmdichter: “Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwig.” Blijdschap is een uiting van het oneindig Gemoed, van Ziel, Geest en zij is onafscheidelijk één met het wezen van de mens. Blijdschap is een eigenschap van God en haar tegenwoordigheid is een bewijs van de heiligheid van de mens, het kind van God. Het begrip, dat blijdschap beperkt of veranderlijk is, vloeit voort uit het geloof aan een stoffelijke, persoonlijke schepper en een schepping die aan verandering onderhevig is. Zogenaamde blijdschap, gegrond op het getuigenis van de lichamelijke zinnen, is in het geheel niet blijdschap; het is een armzalig namaaksel, een droom van genot in de stof. Hoe vergankelijk en vluchtig zou blijdschap zijn, wanneer zij afhankelijk was van de tegenwoordigheid van een persoon of het bezit van een of ander ding. Maar omdat blijdschap een uiting is van Ziel, van God, weerspiegelt de mens blijdschap net zo zeker als leven en liefde in hem openbaar worden. Zij is het erfdeel van de werkelijke mens, zijn geboorterecht, het kenmerk van zijn heerschappij. Blijdschap is dus een een normaal, natuurlijk deel van de geestelijke uitrusting van de mens. Door het begrijpen van deze waarheid leert men hoe men zijn recht kan laten gelden op de volheid van blijdschap, die zich in de hele schepping van God openbaart. Blijdschap wordt niet in smart ontvangen, maar in kalm geluk, niet in heftige gemoedsbeweging. Sterkte, zachtmoedigheid, vrede en overvloed zijn in de Bijbel met blijdschap verbonden. Mrs. Eddy zegt in Wetenschap en Gezondheid, blz. 76: “De zondeloze vreugde - de volmaakte harmonie en onsterfelijkheid van het Leven, dat onbegrensde goddelijke schoonheid en goedheid bezit, zonder een enkel gevoel van lichamelijk genot of pijn - vormt het wezen van de enig waarachtige, onvernietigbare mens, wiens zijn geestelijk is.”

donderdag 15 september 2011

Belofte


Wat is ons ware geneesmiddel, wanneer wij de ware schepping begrijpen? Het bestaat niet langer uit stof, maar uit de waarheid van het zijn; want heeft niet onze grote leermeester, Jezus de Christus, gezegd: “[Gij] zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken”? Hij heeft niet gezegd, dat kruiden, baden, mineraalwater, recepten, enz. de mens zouden bevrijden. Hij gebruikte nooit de stof om de stof te genezen. Het voorbeeld van de blind-geborene, wiens ogen hij met slijk bestreek, moet zinnebeeldig opgevat worden. Jezus spuwde op de stof, d.w.z. hij zag hoe onmogelijk het is, dat zij geneeskracht zou hebben, hij zag de hele onwerkelijkheid er van.
Welk een rijke belofte verbindt de Bijbel aan de ware visie, wanneer wij de Openbaring lezen: “God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.” Vol eerbied en dankbaarheid staan wij voor deze verheven uitspraak van Liefde.
De beoefenaar van Christian Science ziet in God zowel zijn schepper als zijn behoeder. Hij gaat inzien, dat de geestelijke ideeën, die God aan Zijn gelijkenis schenkt, substantie zijn en hij begint de geestelijke ideeën te onderscheiden. Deze overvloed van ideeën is zijn rijkdom, die steeds gereed is hem op de juiste tijd alles te geven, wat hij nodig heeft.

woensdag 14 september 2011

Gedachtelijk werk


De noodzakelijkheid van voortdurend waken en bidden bij de beoefening en de demonstratie van Christian Science houdt volstrekt niet in, dat het pad vol voetangels en klemmen ligt, of dat de beoefenaar niets anders zal vinden dan het dragen van het kruis en martelaarschap. De voorschriften van deze toepassing zijn er ter wille van de beoefenaar, zij zijn er niet ter wille van de voorschriften zelf, want zij leiden hem naar vrede en zekerheid, die zeer zeker duurzaam zijn.
“Waarheid is geopenbaard. Zij behoeft slechts te worden toegepast.” zegt Mrs. Eddy. (Wetenschap en Gezondheid blz. 174)  Bewuste inspanning om dit te bewijzen is een vereiste. Men kan op geen andere wijze Christian Science beoefenen dan door zelf een werker te worden - een volhardend geestelijk en gedachtelijk werker. Jezelf alleen maar laten voortdrijven door een oppervlakkige zelfverzekerdheid, dat alles in orde is, is niet genoeg. Niets kan ooit genoeg zijn, behalve dat wij in oprechtheid de besliste verklaring, dat God alles is en dat het kwaad niets is, meenemen tot in het strijdperk van onze eigen wedergeboorte, bevrijding en verlossing. Hoe gaan we dit werk van uitdoen en aandoen, van wedergeboren worden door geestelijk gedachtelijke wedergeboorte tot stand brengen? Dagelijks moeten we de gewoonte hebben om de oude mens van de onware stoffelijke begrippen uit te doen en de nieuwe mens van het geestelijk begrijpen en de goddelijke werkelijkheid aan te doen. Er bestaat geen geslaagde poging, waarbij zelfbeheersing niet onmisbaar is en deze eigenschap vereist steeds weloverwogen, intelligente en doelbewuste inspanning van de zijde van de persoon zelf. De Christian Scientist zal in gehoorzaamheid zijn eigen zaligheid uitwerken en hij weet dat hijzelf hiervoor steeds iets bepaalds en positiefs moet doen, want hij heeft de woorden van Paulus in gedachte (Fil. 2:13): “Het is God die in u werkt beide het willen en het werken, naar zijn welbehagen.”

dinsdag 13 september 2011

Oog


De schrijver van Spreuken (20:12) verklaart: “Een horend oor en een ziend oog heeft de Heere gemaakt, ja die beide.” Deze verklaring uit de Bijbel geeft duidelijk aan, dat de bron van zien en horen geestelijk is. Christian Science redeneert vanuit de oorzaak naar het gevolg, en komt tot het besluit, dat, omdat God, Geest, oorzaak is, het gevolg, dat aan de oorzaak gelijk is, geestelijk moet zijn. Christian Science bevestigt deze Bijbelse verklaring betreffende de geestelijke aard van zien en horen.
In Wetenschap en Gezondheid blz. 393 zegt Mrs. Eddy: “Als Jezus verklaart: ‘De kaars des lichaams is het oog’, bedoelt hij ongetwijfeld dat het licht afhankelijk is van Gemoed en niet van het samenstel van de iris en de pupil, die het gezichtsorgaan vormen.”
Het licht van mensen is geestelijke verlichting of intelligentie van God door weerspiegeling gezien. Het licht van Gemoed komt niet het ene ogenblik tot ons en verdwijnt het volgende ogenblik. Het licht van Gemoed is bestendig, onveranderlijk, rein en geestelijk. Het is nooit verwrongen, vermoeid of pijnlijk. Het licht van Gemoed is altijd hetzelfde, en dit licht is het licht, dat ons een normaal gezichtsvermogen schenkt. Het licht van Gemoed is er voor u en voor mij, en het stelt ons in staat volmaakt te zien. Ons vermogen te ontvangen hangt af van ons geestelijk verlangen en onze bereidwilligheid om God te kennen. Omdat wij Gemoed weerspiegelen zien wij niet alleen goed, maar verlichten ook anderen.

maandag 12 september 2011

Wet van Liefde


Jezus demonstreerde, dat Gods wet de wet van Liefde is en het begrijpen van deze wet de mensheid verlossing en wedergeboorte brengt. De Bijbel verhaalt, dat eens, toen een wetgeleerde Jezus vroeg (Matth. 22:36): “Meester, welk is het grote gebod in de wet? hij antwoordde: “Gij zult liefhebben de Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelve. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten.”
In Christian Science leren we dat disharmonie, van welke aard dan ook, niet een deel van Gods schepping is en dat het gebruik maken van de goddelijke wet de harmonie herstelt. God te erkennen als de Vader-Moeder van al wat werkelijk en eeuwig is, en de mens als de eeuwigdurende uitdrukking van God, betekent waarlijk lief te hebben en is in overeenstemming met de leer van Christus Jezus. Iedere idee van God, Gemoed, staat altijd onder Zijn bestuur en bestaat voor eeuwig op het standpunt van volmaaktheid. De wet van Liefde is altijd binnen het bereik van het mensdom en de Christian Scientist leert haar, zowel voor zichzelf als tot hulp van anderen te gebruiken. De goddelijke wet kent geen beperking of onzekerheid, en de mens is een eeuwige getuige van de onbeperkte rijkdom van God, Liefde.
Op blz. 216 van Wetenschap en Gezondheid schrijft Mrs. Eddy: “Als de mens door de wet van het goddelijk Gemoed wordt bestuurd, is zijn lichaam onderworpen aan het eeuwige Leven en de eeuwige Waarheid en Liefde. De grote fout van stervelingen is hun veronderstelling, dat de mens, Gods beeld en gelijkenis, zowel stof als Geest, zowel goed als kwaad kan zijn.”  Wat wij nodig hebben is het dwalende sterfelijk denken recht te zetten door alle verkeerde gedachten te vervangen door de ware, intelligente, liefdevolle ideeën van God.

zondag 11 september 2011

Overvloed


De mens als de weerspiegeling van Gemoed, gelooft niet, hij weet. In de goddelijke weerspiegeling behoort al de grootheid van het oneindig Gemoed aan de mens als de weerspiegeling van dit Gemoed. Gemoed weet alle dingen. Het ware begrip kan nooit verflauwen of verdwijnen. Het is er altijd geweest, zal er altijd zijn en behoort iedere openbaarwording van de mens individueel toe, doordat hij God weerspiegelt.
Het juiste begrip, de Christus idee, neemt altijd het geloof aan beperkte mogelijkheden weg en is in staat dit geloof te vernietigen. Bijvoorbeeld als succes in zaken te lang uitblijft, blijft de Christian Scientist niet te lang stilstaan bij dit begrip van gebrek. Hij houdt voor ogen dat zijn ware werk is om Gods beeld en gelijkenis te zijn.  Dit ware werk staat niet onder menselijke wetten van vraag en aanbod, is niet onderworpen aan stagnatie of tegenslag; wordt niet beïnvloed door het weer, of door zijn plaats, door politiek of jaargetijde, door depressie of inflatie.
Het heerlijke werk - te gaan begrijpen, dat ons ware zelf de gelijkenis is van Gemoed - geeft ons wijsheid en inzicht, doorzicht en een juist oordeel. Het werk - te bewijzen, dat Gods kind de vertegenwoordiger is van Gods onuitputtelijke Liefde - wordt zichtbaar in overvloed en mildheid, in veelomvattendheid en rijkdom. Het werk - te gaan zien, dat de mens het bewijs is van Leven - komt noodzakelijkerwijs tot uitdrukking en ontvouwing en ontwikkeling, in uitbreiding en vooruitgang.
Jezus zag, dat het algemeen menselijk geloof meent, dat alles beperkt is, maar hij wist, dat dit slechts de belichaming was van beperkt denken. Alles is het oneindige, onmetelijke goede. In al zijn werken kunnen wij dit begrip van overvloed zien.
Mrs. Eddy herinnert ons eraan in Wetenschap en Gezondheid blz. 140: “Wij zullen Hem gehoorzamen en aanbidden, naarmate wij de goddelijke natuur verstaan en Hem begrijpend liefhebben, als wij niet langer strijd voeren over de lichameljijkheid, maar ons verheugen in de overvloed van onze God.”

zaterdag 10 september 2011

Dienaren


Ware ootmoed is geestelijk. Thomas Carlyle schreef eens aan een vriend: “Het is al vele jaren geleden, dat de betekenis van ootmoed mij duidelijk werd, en deze ootmoed kwam over mij als water komt over iemand die van dorst sterft, en ik voelde en voel nog steeds, dat zij het begin is van het morele leven.” Ootmoed dwingt ons om ons persoonlijk onvermogen te erkennen en keert ons zonder voorbehoud naar het oneindige vermogen van Geest.
Petrus heeft gezegd: (1 Petr. 5:6): “Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd.” Het zijn onze stoffelijke menselijke meningen, die ons begrip van het goddelijke kunnen onderschatten. Wanneer we een taak te vervullen hebben, laten wij die dan vervullen, niet alleen voor de glorie van God, maar met de duidelijke erkenning dat het kunnen dat het werk verricht, het goddelijk kunnen is en dat wij nederige dienaren zijn van het almachtig, alomtegenwoordig en alwetend Gemoed.
Door ons eigen ik te overwinnen en Ziel te verheffen onderscheiden wij - al is het in het begin slechts flauw - de bedoeling van God en zijn we gereed om aan de Vader onze dierbaarste verwachtingen toe te vertrouwen, in de wetenschap, dat wij datgene zullen ontvangen, wat het beste is voor ons geestelijk geluk en onze vooruitgang.

vrijdag 9 september 2011

Synoniem


Op blz. 465 van Wetenschap en Gezondheid beantwoordt Mary Baker Eddy, de vraag: “Wat is God?” als volgt: “God is Gemoed, Geest, Ziel, Beginsel, Leven, Waarheid en Liefde, die onlichamelijk, goddelijk, oppermachtig en oneindig zijn.” Op de vraag: “Zijn deze termen synoniem?” antwoordt zij: “Ja. Zij hebben betrekking op één absolute God. Ook dienen zij de natuur, het wezen en de volkomenheid van de Godheid uit te drukken.” God kan worden uitgedrukt met verschillende namen.
Zoals in het kleurenspectrum iedere kleur zijn eigen identiteit heeft en toch deel uitmaakt van het gehele spectrum, zo heeft elk synoniem van God zijn eigen bijzondere betekenis en dat door het juiste gebruik er van een beter begrip van Gods alheid kan worden verkregen. Bijvoorbeeld Gemoed geeft uitdrukking aan intelligentie en begrijpen; Geest is het ware wezen van het heelal, eeuwig en onvernietigbaar, zonder de aanwezigheid van stof; Ziel is de genade Gods, zondeloosheid en reinheid; Beginsel de immer-tegenwoordige en allesbeheersende wet, onveranderlijk, onpartijdig en volledig; Leven is de immer-durende heerschappij van harmonie, onsterfelijk en onaantastbaar; Waarheid is de werkelijkheid van volmaaktheid, onweerstaanbaar en positief in haar werk; Liefde is de universele wet van het goede, zonder een zweem van kwaad, vrees of twijfel.
In Poems, blz. 17 staat het prachtige gedicht “Liefde”:
 “ ‘t was Liefde, die daar spande een  boog
 Vol heilbeloften, hoog omhoog.”
Wanneer wij door een helderder begrijpen van God deze boog vol beloften zien, zijn wij niet meer bang voor de wolken, maar verheugen ons in plaats daarvan in de vervulling van hetgeen de boog betekent.

donderdag 8 september 2011

Gods zorg


Indien wij ons bewust waren van de onbegrensde zegeningen die God Zijn schepping schenkt, hoe vrij van zorgen en vrees zouden we ons dan voelen! Vertrouwen we werkelijk, dat onze hemelse Vader voor ons zorgt en in al onze noden voorziet? In Wetenschap en Gezondheid blz. 66 zegt Mrs. Eddy: “Beproevingen zijn een toets van Gods zorg.”
Komen niet alle problemen voort uit de mening dat God ons niet liefheeft of dat, ofschoon Hij ons liefheeft, Hij ons niet voldoende liefheeft? Onze leidsvrouw Mary Baker Eddy heeft ons de mooie glimp van Gods tedere zorg voor ons beschreven in haar vertolking van Psalm 23 in Wetenschap en Gezondheid blz. 578, waarvan de laatste zin luidt: “Voorzeker zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens en ik zal in het huis [het bewustzijn] van [LIEFDE] blijven in lengte van dagen.”
Dit gebed -want het is een gebed- wist alle vrees, alle zorg, alle gevoel van onveiligheid of gebrek uit. Het vult ons bewustzijn met liefde, vreugde, vrede, gezondheid, harmonie. Het is vol belofte van het goede. Ieder probleem moeten wij uitwerken door een beter, vollediger besef van onszelf te verkrijgen als de volmaakte kinderen Gods, de geliefden van Liefde, en door ons geboorterecht te aanvaarden. Hoe zegenrijk is de gedachte, dat wij de zekerheid hebben, dat God ons inderdaad liefheeft. In de wetenschap van deze waarheid verdwijnt de dwaling en zullen wij “in het huis [bewustzijn] van [LIEFDE] blijven in lengte van dagen.”

woensdag 7 september 2011

Geestelijk begrip


In elke ervaring, het groot of klein, is het altijd ons werk het geestelijk begrip te zoeken en te verwerven. En het geestelijk begrip wordt altijd gevonden in de hoedanigheden van God, die de waarheden openbaren betreffende de mens, het gezin, thuis, zaken, kerk, gemeente, volk en wereld. Zo zou bijvoorbeeld het geestelijk begrip van hart gedeeltelijk gevonden worden in de volgende hoedanigheden: onuitputtelijke kracht, harmonie, bestendigheid en onfeilbare werkzaamheid. En het juiste begrip van zaken in geestelijke samenwerking, inschikkelijkheid, harmonische ontplooiing en onbeperkte vooruitgang.
Wanneer wij van de onaangename ervaringen van stoffelijkheid verlost willen worden en naar het licht van Geest willen opstijgen zijn er twee punten belangrijk. In de eerste plaats moeten wij God op de juiste wijze kennen als Geest; ten tweede moeten wij de mens kennen als geestelijk, als Zijn zuivere uitdrukking. Deze twee punten vinden we terug in het boek Job (22:2): “Gewen u toch aan Hem [God], en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen”; en in de woorden van Jezus (Joh.17:3): “Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen de enige waarachtige God, en Jezus Christus die gij gezonden hebt.”
Aangezien de mens in Gods gelijkenis geestelijk is, weerspiegelt hij alle hoedanigheden van God. En deze hoedanigheden worden in oneindigheid tot uitdrukking gebracht. Wij kunnen alleen met God bekend worden door de erkenning en demonstratie van deze zuivere hoedanigheden van Geest. Het gevolg is een blij, uitgerust, dankbaar mens, die uit de duisternis van zelfbeklag wordt opgeheven tot het licht van geestelijk volbracht werk.

dinsdag 6 september 2011

Vraag van de week

Vraag van de week


How have you prayed when confronted with evil? Evil is defined as "nothing, no thing, mind, nor power" in Science and Health (p. 330:25). Have you had an experience where you saw the nothingness/powerlessness of evil?

Hoe heb u gebeden toen u geconfronteerd werd met het kwaad? Het kwaad is gedefinieerd als "niets, het is geen ding, geen gemoed en geen macht" in Wetenschap en Gezondheid (blz. 330:30).
Heeft u een ervaring gehad waarbij u de nietsheid / machteloosheid van het kwaad zag?

Zinsbegoochelingen


Op blz. 477 van Wetenschap en Gezondheid verklaart Mrs. Eddy: “Alles wat stoffelijk is, is sterfelijk. Voor de vijf lichamelijke zinnen schijnt de mens een samenvoeging van stof en gemoed te zijn, maar Christian Science openbaart, dat de mens de idee is van God en zij getuigt, dat de lichamelijke zinnen sterfelijke en op dwaling berustende zinsbegoochelingen zijn.”
Wat is een zinsbegoocheling? Volgens een definitie in het woordenboek, zien wij dat het “een onwerkelijk of misleidend beeld” is, dus datgene, wat niet waar is. Het moet niet moeilijk zijn onze gedachten te verheffen boven datgene, wat niet waar is.
Wij kunnen ons van een zinsbegoocheling niet vrijmaken door er naar te slaan of door te proberen haar neer te slaan, maar alleen door de onwerkelijkheid er van aan het licht te brengen.
Het sterfelijk gemoed kan zijn schijnbare werkzaamheden alleen verrichten in de duisternis van het sterfelijk denken. Christus, Waarheid, schenkt ons het vermogen de gedachte op te heffen tot boven de nevelen van de stoffelijkheid door op te stijgen naar dat helder geestelijk licht, dat de werkelijkheid openbaart. Wij moeten niet beginnen met te proberen de stof te veranderen of te genezen, maar met het vervangen van stoffelijke, sterfelijke meningen door geestelijk begrippen. Wanneer u het licht van Waarheid binnen brengt, wordt het sterfelijk gemoed met zijn zinsbegoochelingen verdreven en wordt gezondheid tot stand gebracht.

maandag 5 september 2011

Vleugelen


Wanneer van ons gevraagd wordt de een of andere vrees aanjagende vorm van kwaad onder ogen te zien en er boven uit te komen, zoals Elia, Elisa en vele andere profeten van God is overkomen, hebben wij behoefte aan de rustige zekerheid, dat Liefde altijd tegenwoordig is, symbolisch voorgesteld door de engel Gabriël. Gabriël vecht niet of bindt de strijd niet aan met het kwaad als een werkelijkheid, en evenmin doet Michael dat. Gabriël is een zinnebeeld van een rustig, vredig weten. Gabriël openbaart de wetenschap, dat Liefde alles is. Gabriël voert ons “zachtkens aan zeer stille wateren” - het bewustzijn van het goddelijk zijn, niet aangeraakt en niet verstoord door het geraas, de spanning en de vrees van de sterfelijke zin.
In een artikel getiteld “Engelen”, in Miscellaneous Writings, blz. 307, schrijft Mrs. Eddy: “Wanneer engelen ons bezoeken, horen wij niet het geruis van vleugelen en voelen evenmin een aanraking als van de vederen van de borst ener duif; maar wij voelen hun aanwezigheid door de liefde die zij in onze harten opwekken. O, dat gij deze aanraking moogt voelen - het is niet het drukken van handen en ook niet de aanwezigheid van een geliefd persoon; het is meer dan dat; het is een geestelijke idee, die uw pad verlicht! De Psalmist zegt: “Hij zal Zijne engelen van u bevelen.”

zondag 4 september 2011

Grondslag

Door middel van het geestelijk bewustzijn zien wij de werkelijkheid. God verklaart: “Ik ben het immer bewuste Leven”, en de mens wordt gezien als de uitdrukking van dat Leven, eeuwig en zonder onderbreking. God verklaart: “Ik ben het oneindige, immer bewuste Gemoed”, en de mens wordt gezien als de zich immer ontvouwende uitdrukking van Gemoed. God verklaart: ”Ik ben de oneindige, immer bewuste Liefde”, en de mens wordt geopenbaard als de uitdrukking van het wezen van Liefde. In de Wetenschap zien wij dat het onmogelijk is, dat de mens enig bewust bestaan zou hebben buiten het scheppend Gemoed, God, zijn enige bron en oorsprong. Mrs. Eddy doelt op het één-zijn van God, waar zij in Unity of Good (blz. 24) schrijft: “Ik ben het oneindige Al. Uit mij komt alle Gemoed, alle bewustzijn, alle individualiteit, alle zijn voort. Mijn Gemoed is het goddelijk goede en kan niet tot kwaad komen. Aan vele gemoederen te geloven betekent zich af te wenden van de opperste zin van harmonie.” Het geloof aan vele gemoederen is dus de gewaande leugen, dat het bewustzijn niet één is. Hieruit kunnen wij zien, hoe belangrijk het is alle gedachte te gronden op het onvermijdelijke één-zijn van het bewustzijn en hiervan nooit af te wijken. Dit ene alles in zich sluitende bewustzijn behoort niet alleen aan u en mij, maar het is het bewustzijn van ons allen. Aangezien alle ware bewustzijn God is, is er in de oneindigheid van Gemoed geen plaats voor tweedracht, verdeeldheid of enigerlei strijd. Liefde, het éne goddelijke en oneindige bewustzijn, verklaart en verzekert, dat het Alles is, en op deze grondslag worden de harmonie en de broederschap van de ideeën van Gemoed aangetoond

zaterdag 3 september 2011

Upcoming chat


Ten years after the September 11 attacks: A new day


Rebecca Odegaard, C.S.B
and Tony Lobl, C.S.

Tuesday, September 13, 2011
2:00pm EDT - 3:00pm EDT

As people around the world are assessing anew the lessons of September 11, 2001, and the progress that's been made, there is still plenty of room for prayer. The wars in Iraq and Afghanistan continue, and the terrorist threat still needs addressing. Yet the same Christ-power that helped so many people rise to the occasion during the original attacks is still with us and is declaring, "Behold, I make all things new" (Rev. 21:5).
Bring your questions and concerns to our two guests—who were in their respective cities (New York and London) when major terrorist attacks took place and who will offer healing, restoring thoughts.

vrijdag 2 september 2011

Bekering


Het theologisch bijgeloof, dat Saulus van Tarsen gebonden hield, werd weggevaagd, toen zijn denken verlicht werd door de genezende Christus. Gods leidende hand greep hem op die stoffige weg naar Damascus. De eerlijkheid van Saulus’doelstelling maakte, dat hij berekend was voor zijn nieuwe taak. Dapper ging hij verder, zonder achterom te kijken. Wij kunnen veel leren van Saulus’ bekering. Op ons wordt soms een beroep gedaan om ontgroeide confessionele banden en vroegere opvattingen achter ons te laten. De leiding van Liefde voert ons altijd weg van geloofsvormen, waaraan we ontgroeid zijn en niet naar deze toe. Voor alles wat schijnbaar ontnomen wordt, zal er vergoeding gevonden worden. De reis naar het beloofde land is veilig, want de alomtegenwoordigheid van Liefde omringt ons bij elke schrede op de weg. Wij hebben niets te vrezen, wanneer wij op God en op Hem alleen vertrouwen om ons op al onze wegen te leiden. Zijn leiding voert ons in Zijn tegenwoordigheid, in het beloofde land van vrijheid en heerschappij. De profeet Jesaja voorzag deze verlossing, toen hij schreef (Jes. 42:16): “Ik zal de blinden leiden door de weg die zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door de paden die zij niet geweten hebben, Ik zal de duisternis voor hun aangezicht tot licht maken, en het kromme tot recht: deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal ze niet verlaten.”

donderdag 1 september 2011

Reis


Gemeten naar de afstand is de reis van Egypte naar het beloofde land niet veel meer dan 200 mijl. Voor de kinderen van Israël betekende dit veertig jaar van omzwervingen. Zij moesten de lessen van de woestijnweg leren. Het ontsnappen uit de slavernij van Farao was slechts het begin. Er waren lessen van moed, van vastberadenheid, van gehoorzaamheid en van zelfopoffering, die nog geleerd moesten worden, voordat het doel was bereikt. In de Bijbel lezen we (Ex. 13:17, 18): “zo leidde God hen niet op de weg van het land der Filistijnen, hoewel die nader was; want God zeide: Dat het volk niet berouwe, als zij de strijd zien zouden en weerkeren naar Egypte. Maar God leidde het volk om, langs de weg van de woestijn der Schelfzee.”
Gedurende de lange en vaak bittere tocht van de Israëlieten was Gods leiding steeds nabij. Er was voedsel voor hen in de woestijn; er was schaduw in de woestijn; en in de donkerste uren voerde Liefde’s leidend licht hen veilig verder. In de woestijn van menselijke onzekerheid hebben wij grote behoefte aan leiding. Het is niet genoeg er naar te verlangen, hoe hoopvol ook. Om vrijheid te genieten, moeten wij vrijheid verdienen. Het is het pad dat wij voor onszelf maken. Het beginpunt is ons eigen verzet tegen Gods geboden. Het eindigt wanneer wij aankomen in het land van belofte, onze erkenning van God, het oneindig goede, als Alles-in-alles. Gebed en zelfopoffering zijn de aanwijzingen, die wij te volgen hebben. Andere wegen proberen, een kortere weg zoeken, aanwijzingen voorbij lopen zullen ons alleen op een dwaalspoor brengen. Wij regelen zelf de snelheid waarmee wij reizen en hoe gevaarlijk de reis zal zijn. Wanneer wij elke voorwaartse stap gehoorzaam doen, zal in alles voorzien worden wat we nodig hebben.