donderdag 31 maart 2011

Christus Jezus

Alhoewel  Jezus van Nazareth niet de voordelen heeft gehad van een schoolse opleiding, heeft dit hem niet verhinderd zijn grote zending te volbrengen, want door zijn geestelijk inzicht demonstreerde hij, dat de mens de uiting is van het al-wetend goddelijk Gemoed. Als bewijs van zijn goddelijke zending heeft hij niet alleen de zieken genezen en vele andere bewijzen geleverd van God’s liefde voor de mens, maar uit zijn woorden en uit zijn onderwijs uit de Schriften sprak zoveel duidelijkheid, logica en intelligentie, dat zijn tegenstanders tot zwijgen werden gebracht. Er staat geschreven: “En de Joden verwonderden zich, zeggende: Hoe weet deze de Schriften, daar hij ze niet geleerd heeft? Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is de Mijne niet, maar van Hem, Die Mij gezonden heeft.”
Christus Jezus wist, dat God, de Vader of Schepper van al het werkelijke en ware, het oneindige, goddelijke gemoed is en dat de mens, het beeld van Gemoed, ook intelligentie, wijsheid, vreugde, waakzaamheid, nauwkeurigheid, waarnemingsvermogen en alle andere wenselijke en noodzakelijke eigenschappen weerspiegelt en tot uitdrukking brengt. Dit geestelijk inzicht stelde Jezus in staat een ontwikkeling, gewoonlijk door opleiding verkregen, aan de dag te leggen en tot uitdrukking te brengen, die volkomen in zijn behoeften voorzag en die groot genoeg was om zelfs zijn tegenstanders eerbied af te dwingen.
In Wetenschap en Gezondheid wijst Mrs. Eddy er telkens weer op, dat Geest het Al-in-al van de werkelijkheid is, maar erkent zij toch de noodzaak en de waarde van menselijke ontwikkeling door opvoeding. Op blz. 195 zegt zij: “Academische vorming van de juiste soort is nodig. Waarneming, uitvinding, studie en oorspronkelijk denken verruimen de blik en zullen het sterfelijk gemoed aan zichzelf en  aan al wat sterfelijk is doen ontgroeien.”
De “zedelijke en geestelijke ontwikkeling, welke iemand opwaarts voert” wijst op het Gemoed “hetwelk ook in Christus Jezus was” en is volgens Christian Science voor iedereen bereikbaar.

dinsdag 29 maart 2011

Wet

Op blz. 587 van Wetenschap en Gezondheid omschrijft Mary Baker Eddy “heaven” (hemel) o.a. als “harmonie; heerschappij van Geest; bestuur door het goddelijk Beginsel.” Het spreekt van zelf dat dààr waar Geest, het goddelijk Beginsel, regeert, volmaakte orde moet zijn. In het bestuur van het absolute Beginsel moet alles in overeenstemming zijn met de onveranderlijke wet. Daarom is het geestelijk heelal, de heerschappij van wet en orde oppermachtig.
Het is duidelijk dat de mens in al zijn betrekkingen tot God, het goddelijk Gemoed, gesteld is onder en bestuurd wordt door deze onfeilbare, onveranderlijke wet van Geest. Daarom vertoont alles dat op de mens en zijn welzijn betrekking heeft, altijd het hoogste begrip van ordelijkheid en harmonie.
Niets is overgelaten aan het toeval bij het bestuur van de werkelijke mens en het geestelijk heelal, omdat deze de volmaaktheid en harmonie van het goddelijk Beginsel weerspiegelen. In het gebied van de werkelijkheid bestaat geen toeval of verandering. Niets in Gods koninkrijk is onderworpen aan onzekerheid of veranderlijkheid. In het geestelijk gebied zijn geen ongelukken, geen vergissingen. Daarom beweegt alles zich met absolute juistheid en stiptheid. De wonderlijke nauwkeurigheid waarmee de hemellichamen van het astronomisch heelal zich bewegen, is een beeld van de volmaakte orde en harmonie die uitdrukking vindt in het gehele heelal van God, Geest, Gemoed, en dat is het enig werkelijke en blijvende heelal. De ongelukkige ervaringen van de zogenaamde sterfelijke mens zijn te wijten aan de schijnbare afwezigheid van de goddelijke orde en de geestelijke wet. De mens is altijd de volmaakte, intelligente uitdrukking, beeltenis of idee van Gemoed, Geest, Beginsel, met inbegrip van absolute wet en orde.
Vol vertrouwen zien wij er naar uit, dat de mensheid vollediger zal erkennen dat “het bestuur zal rusten op zijn schouder”, en ondertussen zullen zij, zoals Mrs. Eddy op blz. 97 van Wetenschap en Gezondheid heeft gezegd, “wet en orde handhaven en blijmoedig de zekerheid van uiteindelijke volmaaktheid afwachten”.

Heerschappij

Mary Baker Eddy, Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, heeft in haar verschillende geschriften duidelijk uiteengezet waar onze ware bezittingen in bestaan. Op blz. 516 van Wetenschap en Gezondheid zegt zij: “De mens, naar Zijn gelijkenis geschapen, bezit en weerspiegelt Gods heerschappij over de gehele aarde.” Daar de Psalmist inziet dat het goede altijd ter beschikking is, zegt hij: “de aarde is vol van de goedertierenheid des Heeren” en “vol van uwe goederen”. Hieruit volgt vanzelf, dat de mensen op hun geestelijk erfdeel van het goede aanspraak kunnen maken, en dat hun al wat nodig is voor hun welvaart en geluk zal worden toegeworpen. Goedheid, of godvruchtigheid, en ware rijkdom -geestelijke hoedanigheden- zijn zo nauw aan elkaar verwant dat de aanwezigheid in het menselijke bewustzijn van de één de openbaring van de andere altijd zeker moest maken. Dit was duidelijk in de ervaring van Salomon. Zijn verheven bede tot God te Gibeon was een verzoek om wijsheid en verstand, opdat hij Zijn volk zou kunnen dienen en rechtvaardig richten. Wat hij vroeg werd hem gegeven en hij werd bovendien met eer en rijkdom gezegend. Gierigheid, hebzucht en zelfzucht, het verlangen naar stoffelijk voordeel of wereldse macht moet worden uitgedreven, vóór men hemelse rijkdom kan verwerven en daardoor ‘s mensen heerschappij over de gehele aarde kan bewijzen.

dinsdag 22 maart 2011

When sinking in debt

If swallowed up by debt, sinking in financial woe or seeing nothing but dark, dark, dark on your financial horizon, it’s so important to lift thought out of the present fog to a higher spiritual view of where true supply comes from.

zaterdag 19 maart 2011

Karakter

Als we tegen bepaalde karakterfouten vechten alsof ze een integrerend deel zijn van ons eigen wezen, of de moeilijkheden die we erdoor krijgen wat verbitterd verdragen, dan komen we nog meer vast te zitten. Het is alsof we verstrikt raken in onze eigen persoonlijkheid. Komt de opmerking “Zo ben ik nu eenmaal - daar kan ik nou helemaal niets aan doen!” u bekend voor? De houding die zich zo rechtvaardigt, leidt tot conflicten, vervreemdt anderen van zich en we gaan ons eenzaam voelen.
Eenzaamheid is een soort gevangenis, een donkere mistroostige gevangenis. Het lijden dat er het gevolg van is, vergalt ons leven en maakt dat we wegzinken in het isolement van onze eigen persoonlijkheid. Wie van ons die de troosteloosheid van het gevoel van eenzaamheid heeft ondervonden wil er niet dolgraag van verlost worden - verlost van zichzelf, van de gedachte dat het lichaam alles bepaalt, en verlost van onze eigen negatieve gedachten en gevoelens?
De zending van Jezus bestond er uit ons te leren hoe we een verkeerd begrip van onze identiteit kunnen opgeven, hoe we dat hele beeld van de mens als een sterveling en onderworpen aan stoffelijke toestanden van ons kunnen werpen. Jezus leidde de gedachte weg van de menselijke persoonlijkheid, om die te vervangen door de ware identiteit van de mens als zoon van God. Het zoonschap met God betekent een-zijn met de grote oorzaak of het goddelijk Beginsel van het zijn en openbaart een grotere individualiteit, die ons meer vertrouwen geeft in ons eigen vermogen om Gods oneindige eigenschappen en bekwaamheden tot uiting te brengen.

donderdag 17 maart 2011

Kwaliteiten

In ons leven geven we uitdrukking aan ons werkelijke karakter door juiste ideeën of goddelijke kwaliteiten. De liefde, goedheid en schoonheid van ons ware karakter geven blijk van heel de glorie van de Christus-idee. En we moeten niet toelaten dat de gaafheid van het karakter dat we van God gekregen hebben wordt aangetast. We hoeven niet te accepteren dat verkeerde karaktertrekken van onszelf zijn!
Zonde - het overtreden van Gods geboden - vormt een mentale barrière die ons  belemmert de vrijheid, die ons rechtens toekomt, te bereiken. De fout die er aan ten grondslag ligt is de verkeerde identificatie van onszelf, die ons laat geloven dat we van God gescheiden zijn en dat we allemaal ons eigen gemoed en een persoonlijk karakter hebben.
Dat verkeerde beeld van onszelf belet ons het volle potentieel te genieten van ons geestelijk zelf en kluistert ons aan de beperkingen en tekortkomingen van een eindige persoonlijkheid. Maar door de erkenning van onze eenheid met het goddelijk Gemoed kunnen we de juiste ideeën of goddelijke eigenschappen weerspiegelen en onszelf vrijmaken van deze gebreken en beperkingen. De stralende weerspiegeling van Gods Geest is het licht van de Christus dat de duisternis van het kwaad verdrijft. Paulus spreekt over dat licht in de Bijbel: “God . . . heeft het doen schijnen in onze harten om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus.” ( 2Kor. 4:6 volgens de Engelse Bijbelvertaling)
Wanneer we niet langer vasthouden aan een menselijk begrip van persoonlijkheid worden we bevrijd van een gevoel van gevangenschap in een fysiek lichaam, bevrijd van ons menselijk, sterfelijk verleden, en de dwalingen en beperkingen van een eindige persoonlijkheid. Dan kunnen we rusten in de Liefde die het licht en de vrijheid van Gods heelal ziet dwars door de mist van het stoffelijk geloof heen. En we ervaren de vreugde van bevrijding door Christus.

woensdag 16 maart 2011

Gevangenschap

Een van de oorzaken van onze ’gevangenschap’ is dat we er een scheefgetrokken beeld van onszelf op na houden, het beeld dat we niets anders zijn dan een lichaam, met een geheel eigen, persoonlijk gemoed. Ons uiterlijk en ons karakter vormen het beeld van onszelf bijna onbewust ons hele leven lang. Het staat zo vast gegrift in onze gedachten dat we bijna niet meer merken hoezeer dat beeld onze beslissingen beïnvloedt. Dit verkeerde beeld is soms sterker dan ons verlangen en sterker dan onze hoopvolle dromen en ons optimisme. Dit verkeerde beeld van onszelf brengt vaak onze vooruitgang tot stilstand of maakt onze gelukkigste menselijke verhoudingen kapot.
We kunnen echter leren een onderscheid te maken tussen een verkeerd begrip van persoonlijkheid en onze ware identiteit. We kunnen leren begrijpen dat onze sterfelijke persoonlijkheid een onjuist beeld van onszelf is, dat suggereert dat we een mengeling van stof en geest zijn, van goed en kwaad en van leven en dood. In tegenstelling daarmee is de Christian Science opvatting van onze identiteit een helder inzicht in onze geestelijke individualiteit die de grote IK BEN, of God, Geest, tot uitdrukking brengt. Deze geestelijke individualiteit staat niet buiten haar grote bron die we God noemen en is daarvan ook niet gescheiden. We leren begrijpen dat we onlosmakelijk met God verbonden zijn en dat God met ons is. Daarom moeten wij ons niet beschouwen als een fysiek lichaam, maar als een individueel bewustzijn. En als een individueel bewustzijn hebben we een besef van de glorie en de vrijheid van het onbeperkte zijn.
Mrs. Eddy schrijft in Wetenschap en Gezondheid, blz. 223: “Vroeg of laat zullen wij inzien, dat de boeien die de mens in de eindigheid van zijn kunnen gekluisterd houden, gesmeed worden door de waanvoorstelling, dat hij in het lichaam in plaats van in Ziel leeft, in de stof in plaats van in de Geest.”

dinsdag 15 maart 2011

Genegenheden

De opvatting dat God zowel goddelijke Liefde genoemd wordt als Beginsel, wordt in Christian Science als volgt uitgelegd. De naam Liefde houdt in warmte en tederheid, Beginsel heeft eigenschappen als wet, orde en regel.
Door studie en gebed leren we inzien dat de onveranderlijke goedheid van God, de onwrikbaarheid en betrouwbaarheid van Zijn eigenschappen, de goddelijke Liefde ook tot Beginsel maken. Het feit dat niets de goddelijke Liefde tot minder dan Liefde kan maken stelt ons in staat te erkennen dat Liefde Beginsel is. De eigenschappen van Liefde kunnen nergens door veranderd worden: tederheid kan nooit minder dan teder zijn, ontferming minder dan ontferming en goedheid kan nooit minder dan goed zijn. Het feit dat de goddelijke Liefde nooit minder dan Liefde kan zijn, maakt Liefde tot goddelijk Beginsel.
Christus was degene die meer dan enig ander begreep dat Liefde ook Beginsel is. En het was met het gezag van Beginsel dat hij zijn werk volbracht.  Liefde’s tederheid brengt altijd vol liefde de zuivere waarheid tot stand en verwijdert op die manier alle fouten en vergissingen.
Als het licht van de goddelijke Liefde in ons leven schijnt en we diepe tevredenheid, vreugde en vrede tot uitdrukking brengen, dan bewijzen we dat we het licht van de wereld zijn. Iedere man, vrouw en kind bezit het vermogen dit licht te laten schijnen. In dit licht bestaan geen luchtspiegelingen, geen schaduwen. Het is het licht van de Christus dat onze beweegredenen, gevoelens en genegenheden ten hemel heft. Ons bewustzijn is niet op onszelf gericht, maar op God; niet verlangend om te ontvangen maar te geven, bereid om de schatten van nederigheid, ontferming en dankbaarheid met anderen te delen. Dit nieuwe bewustzijn maakt ons gelukkig, tevreden en gezond, omdat we daardoor inzien dat wijzelf en anderen alleen bezield worden door de goddelijke Liefde - dat wij verzorgd, beschermd en gezegend worden door Liefde.

zondag 13 maart 2011

Nederig

Ware nederigheid laat ons vol blijdschap tot de erkenning komen: "Ik heb het recht om heel de volheid van het geestelijk goede te genieten, omdat ik Gods geliefde kind ben. Ik ben in staat om alle geestelijke eigenschappen steeds meer tot uitdrukking te brengen. en ik weet dat alle juiste mogelijkheden voor me openstaan, omdat ik het geestelijk goede tot uitdrukking breng."
Hoe kunnen we nederig worden? 
Toen Jezus gevraagd werd wie de grootste was in het Koninkrijk der hemelen antwoordde hij: “Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan.” (Matt. 18:3)  Wordt gelijk de kinderkens. Wie is nederiger dan een klein kind? Jezus zei ook: “Laat de kinderkens tot mij komen, en verhindert ze niet.” (Mark 10:14) Wie bedoelde hij met dat ‘mij’? Verwees hij daarmee naar de menselijke Jezus? Als dat zo was, zouden zijn woorden in deze tijd geen waarde meer hebben; dan golden ze alleen voor zijn eigen tijd. Maar hij heeft ook gezegd: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.” (Matt. 24:35)
Wat bedoelde Jezus met zijn verwijzing naar kinderen? Toen hij zei: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet”, zei hij eigenlijk: “Laat uw reinheid, uw onschuld, uw vertrouwen en uw vreugde tot de Christus komen.” Het kind dat wij naar de Christus moeten laten gaan, is onze ware individuele wezen en wij moeten dat kind laten groeien door het te koesteren en lief te hebben totdat het “de grootte der volheid van Christus” (Ef. 4:13) bereikt, Gods geestelijk volmaakte model van het menszijn. We moeten ons door Jezus laten leiden en het kind dat in ons leeft, naar de Christus toe laten gaan, dan brengen we ware nederigheid tot uitdrukking.

zaterdag 12 maart 2011

Tweedracht

Wanneer wij allen God aanvaarden als de bron van ons ware zelf is er niets meer dat harmonische verhoudingen in de weg kan staan. Het tegenovergestelde, de gedachte van disharmonie en gespannen verhoudingen, is altijd het werk van de duivel of het éne kwaad. In Christian Science noemen wij deze tweedracht zaaiende gedachte “het sterfelijk gemoed”, de zogenaamde bron of vader van alle verkeerde denken en doen.
U weet dat we allen maar één Vader hebben. Als er maar één God is, is er ook maar één Vader-Moeder. Het vleselijk of sterfelijk gemoed kan onmogelijk de onvolkomen mens die het kwade kent, scheppen of er de vader van zijn. God, het goede, is de enige Schepper of Vader en Hij maakt alleen het goede. Daarom moet de mens die door het sterfelijk gemoed schijnt gemaakt te zijn een dwaalbegrip, een leugen zijn. Zo spreekt Christus Jezus tenminste over deze schijnbare bron of vader van het kwaad. Hij zei: “Hij is een leugenaar en de vader der leugen” (Joh. 8:44).
De onvolkomen stoffelijke mens is niet de ware mens, het beeld en de gelijkenis van onze Vader-Moeder God, die oneindige Geest en goddelijke Liefde is. De werkelijke man of vrouw is compleet en volkomen, tevreden en gezond en manifesteert Gods geestelijke eigenschappen.

vrijdag 11 maart 2011

Vader-Moeder

Een ander woord voor God - en misschien is dat wel de meest essentiële naam voor God - is de Vader. Jezus karakteriseerde Hem duidelijk als zodanig. Hij zei: “Gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want één is uw Vader, namelijk die in de hemelen is.” (Matt. 23:9)
Wanneer wij als Christian Scientisten God Vader noemen, dan voelen wij daar niet het geslacht in. God is niet alleen maar een mannelijke God. God is in feite ook de ene geestelijke Moeder van ons allen. Om met Jesaja te spreken: ”Als een dien zijn moeder troost, alzó zal Ik u troosten.” (Jes. 66:13)  Maar God als Moeder is ook weer niet een God die vrouwelijk is in geslacht, maar een God die oneindige goddelijke Liefde is, die haar kinderen volmaakt vormt en hun leven, identiteit en ware, geestelijke liefde schenkt.
Dus God is ons aller éne Ouder, onze Vader-Moeder Liefde, een volkomen en compleet wezen die ons, Zijn kinderen, schept. Onze Vader-Moeder God is de bron van alle eigenschappen van de mens, dus zowel van de eigenschappen die als mannelijk, als die als vrouwelijk te boek staan. In werkelijkheid geven die dus geen geslacht aan maar drukken zij de kracht, de wijsheid, de schoonheid en de liefde uit die Gods wezen zijn en daardoor ook van ons - man en vrouw -, Zijn kinderen.  
Wanneer we meer leren over God als Vader-Moeder, ontdekken wij onszelf, wie en wat we zijn en zien onszelf als de uitdrukking van al de voortreffelijke eigenschappen van God. Wanneer we Gods kwaliteiten meer en meer tot uitdrukking brengen, tonen we minder verkeerde menselijke karaktertrekken. God heeft ons intelligentie, betrouwbaarheid en moed gegeven. In ons ware zelf zijn we allemaal liefdevol, rein, gezond, onbevreesd en onafhankelijk van alles behalve van God.

dinsdag 8 maart 2011

Goddelijke natuur

Wat moeten we doen om de volmaakte geestelijke mens beter te begrijpen? Hoe kunnen we ons meer van hem bewust worden? Een goed begin is de Bijbeluitspraak : “En God zeide: Laat ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis” (Gen 1: 26). En omdat de Bijbel God vaak omschrijft als Geest, houdt dit in dat de werkelijke mens inderdaad de gelijkenis is van Geest, niet van de stof.
Hoe kan dit begrip van de geestelijke mens nu conflicten uit de weg ruimen? Hoe kan het oorzaak zijn dat goedheid en liefde in ons dagelijks leven komen?
Door ons in staat te stellen iemands ware wezen te zien en te ontdekken in de geestelijke eigenschappen die hij tot uitdrukking brengt, zoals edelmoedigheid, intelligentie en blijmoedigheid. Deze eigenschappen zijn niet lichamelijk. Ze zijn deel van de goddelijke natuur en aanwezigheid, die door de mens heen straalt, zoals het zonlicht door de vensterruit schijnt. 
Maar wat moeten we nu aan met die onaardige mensen die geen goddelijke eigenschappen tonen - alleen maar slechte. Hoe kunnen we hen liefhebben? Op dit punt van de Wetenschap  krijgen we te maken met De Gulden Regel. We concentreren onze gedachten op wat de geestelijke mens, de uitdrukking van God, is en weten dat die eigenschappen in werkelijkheid aanwezig zijn, ook al blijkt daar niets van. De Gulden Regel eist van ons dat we liefhebben, door de sluier van de stoffelijke schijn heenzien en vasthouden aan de geestelijke natuur van ieder mens. In de mate waarin we dit doen, zien we Gods geestelijke eigenschappen in onszelf en anderen tevoorschijn komen. We beginnen de geestelijke mens te ontdekken en de conflicten nemen af.

maandag 7 maart 2011

Genoeg

Onze eenheid met God is genoeg om onze zorgen voor de toekomst van ons af te schudden, of die toekomst nou morgen is of volgend jaar. Die stelt ons in staat het gebod van Christus Jezus op te volgen: “Wees niet bezorgd voor de dag van morgen. God zorgt voor je vandaag evenzeer als morgen.” God zorgt voor Zijn schepping door alle disharmonie weg te nemen en alle dingen in overeenstemming te brengen met Zijn volmaaktheid. Leiding en bescherming zijn een teken van Emmanuel, of ‘God met ons’. En als wij ons onvoorwaardelijk aan deze leiding overgeven, is vrede en zekerheid het gevolg.
Als we dit geestelijke feit vertrouwen, worden we ons in tenemende mate bewust van de ‘volmaakte liefde die de vrees buitendrijft’ (1 Joh. 4:18). Dreiging neemt af en onze gedachten en handelingen zijn meer relaxed.

zondag 6 maart 2011

Vraag van de week

Hoe effectief is gebed geweest in moeilijke situaties met betrekking tot ouderschap?

zaterdag 5 maart 2011

Anti-violence Prayer Meeting

Say 'No!' to violence

Daily Lifters are invited to support the
Chicago-wide Anti-violence Prayer Meeting
conducted by Christian Science lecturer
Ron Ballard. It’s this coming Monday, March 7th
at NOON CT in the historic Chicago Temple
77 W. Washington at Clark, a place of interfaith 
conversation and prayer.
If you can’t be there in person, here’s a
conference call number to listen to the audio
of the lecture:
(218) 486-1600  
access code: 709614#  (corrected)

vrijdag 4 maart 2011

Besluiten

Gods wetten zijn goddelijke besluiten. Zij vertegenwoordigen de besluiten van het goddelijk Gemoed. Ze zijn niet willekeurig, maar komen voort uit het wezen zelf van het goddelijk Beginsel, Liefde. Zij brengen de goddelijke wil van het altijd-tegenwoordige, goddelijke Gemoed tot uitdrukking. Ze zijn altijd werkzaam, onveranderlijk en eeuwig. En zij dienen als leidraad voor al Gods geestelijke schepselen. En naarmate zij door de mensen erkend en nagevolgd worden, brengen ze het goede tot stand in de menselijke ervaringen.
Door Mozes kregen we al in vroege tijden een aantal wetten. Gedurende vele jaren werd hij erop voorbereid om de Tien Geboden te ontvangen. Maar de wet die door Mozes tot ons kwam, was niet volledig. De geboden zijn strenge verboden. Er was nog iets meer nodig en dat kwam door Christus Jezus. De kern van zijn leringen wordt in de Bergrede gevonden. Deze bevat, net als de Tien Geboden, ook een heleboel wet, maar dit is de wet van Liefde.
In “Wetenschap en Gezondheid” wordt de Christus als volgt omschreven: ”Christus is de ware idee, die het goede verkondigt, de goddelijke boodschap van God aan de mensen, die tot het menselijk bewustzijn spreekt” (blz. 332). Wij noemen Jezus de Christus omdat het vermogen Gods stem te horen en te volgen zo volledig in hem ontwikkeld was.
Dit vermogen stelde Jezus in staat ons de goddelijke boodschap door te geven, die in de Zaligsprekingen vervat is. Alle acht, beginnend met het woord “zalig”, spreken ons van het geluk dat gevonden wordt door te gehoorzamen aan Gods wet.
Zo groot was de liefde van Jezus, dat hij zelfs aan het kruis zijn vijanden kon vergeven. Door deze liefde bleef hij één met de goddelijke Liefde en kon hij triomferen over alle stoffelijke omstandigheden, tot zelfs over de dood.

donderdag 3 maart 2011

Liefdevol

In hoeverre is onze naaste liefhebben nu hetzelfde als zijn geestelijke identiteit zien? De volgende vraag zou ik u willen stellen: als iemand voet bij stuk zou houden u alleen maar als werkelijk volmaakt te zien en zou weigeren uw fouten te aanvaarden als enig deel van uw ware wezen, zou u dat dan niet als liefde ervaren? Vooral als deze zienswijze u daadwerkelijk zou bevrijden van uw tekortkomingen en u zelfs lichamelijk zou genezen? Dit is werkelijke liefde! En degene die liefheeft wordt er zelf ook door gezegend, want het goede dat hij in de ander ziet bewijst hij automatisch ook als de waarheid omtrent zichzelf. En waarom? Omdat wat we zijn - ons leven, onze capaciteiten - de objectievering van onze gedachten is.
Iemand die geestelijk liefheeft ontdekt onvermijdelijk dat hij ook menselijk liefdevoller wordt. Indien we als mens niet liefdevoller worden, heeft er iets aan onze manier van redeneren ontbroken.
Soms vraag ik me wel eens af als ik op de snelweg rijd, wat ik zou doen als ik zou zien dat een andere bestuurder in moeilijkheden verkeerde? Zou ik alleen maar voor hem bidden en doorrijden? Ja, ik zou zeker voor hem bidden, want er zijn talrijke prachtige voorbeelden van wat gebed in zulke omstandigheden kan doen. Maar zou de liefde die me ertoe bracht te bidden mij ook niet er toe brengen te stoppen en te gaan zien wat voor hulp ik zou kunnen bieden, of tenminste stappen te nemen om te zorgen dat er hulp zou komen? Hier hebben we de Gulden Regel weer - ik moet voor een ander net zo zorgen als ik zou willen dat hij voor mij zou doen. Wij moeten van liefde vervuld zijn in ons denken en ons doen.

woensdag 2 maart 2011

Onsterfelijk

Jesus wees ons de weg. Nadat hij gekruisigd en volgens de algemeen aanvaarde maatstaven dood was, kwam hij uit het graf te voorschijn met hetzelfde lichaam en even actief als vroeger. Zijn verdere geestelijke vooruitgang, de hemelvaart, toonde aan hoe de illusie van een sterfelijk leven werkelijk eindigt. Niet in de dood, maar in leven, geestelijk, onsterfelijk, eeuwig. Het leven, dat God reeds aan een ieder van ons gegeven heeft. Ook wij kunnen beginnen dit eeuwige leven door de Christus te vinden, wanneer we ons in gedachten afwenden van de stof naar Geest, van de sterfelijke mens naar Gods geestelijke mens, ons ware zelf.
Nu zullen sommigen van u misschien zeggen: “Hoe kunt u bewijzen wat Jezus en zijn discipelen deden? Wij hebben geen bewijs, dat de Bijbel waar is.” Het beste bewijs, dat de wonderen uit het Nieuwe Testament inderdaad plaatsgevonden hebben, is dat goddelijke genezing ook in onze tijd beoefend wordt. Gedurende eeuwen verloren gegaan, werd het werk van geestelijke kerken, aan de moderne Christenheid teruggegeven. Dit gebeurde ongeveer 125 jaar geleden door de ontdekking, dat Wetenschap en religie één zijn -- Christelijke Wetenschap. Het leven werd herontdekt als goed, geestelijk en niet leidend tot de dood, maar onsterfelijk, eeuwig.

Een artikel van recente genezing: Symptomen van kanker verdwenen

dinsdag 1 maart 2011

Eeuwig leven

Leren dat leven eeuwig is.
Wat voor invloed heeft nu de wetenschap, dat leven goed en geestelijk is? Wat voor goeds zal dat hier en nu voor ons doen? Het zal ons in staat stellen iets van het feit, dat leven onsterfelijk is, nu al te bewijzen en nuttig, gelukkig en gezond leven te leiden en ook langer te leven. De mensen streven in deze tijd naar onsterfelijkheid, zoals ze dat altijd gedaan hebben. Maar zoeken ze op de juiste manier? Over het algemeen denkt men dat onsterfelijkheid betekent een leven dat begint en dan nooit meer ophoudt - een eindeloos stoffelijk leven. Maar een stoffelijk leven is een sterfelijk leven. Maar het werkelijke leven is het leven dat geheel en al goed en geestelijk is en dat voor eeuwig voortduurt. Werkelijk leven wordt niet in de stof gevonden, evenmin als intelligentie in de hersenen. Leven, werkelijk leven, is datgene wat is, nu en voor altijd. En het leven van de mens, de ware mens, is de individuele uitdrukking van dit oneindige, goddelijk Leven, God. De mens is dus niet iets waardoor Leven tot uitdrukking gebracht wordt; de mens is die uitdrukking zelf. Christus Jezus zei: “En dit is het eeuwig leven, dat zij u kennen, den waarachtigen God, en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt” (Joh. 17:3).