zondag 9 januari 2011

Geestelijke schepping

Er zijn verschillende woorden, die herhaaldelijk door Mrs. Eddy gebruikt worden, wanneer zij schrijft over de geestelijke schepping, over het heelal en de mens. Dat zijn: uitdrukking, weerspiegeling, openbaar-wording, vertegenwoordiger, beeld, gelijkenis, idee en ideaal. Zo omschrijft zij de mens (Wetenschap en Gezondheid, blz. 336): “De onsterfelijke mens was en is het beeld of de idee van God, namelijk de oneindige uitdrukking van het oneindige Gemoed, en de onsterfelijke mens is samenbestaand en samen-eeuwig met dat Gemoed.”
In welke bewoordingen het heelal en de mens ook omschreven of nader bepaald worden, zij vormen de oneindige openbaar-wording van Gemoed, Gods volmaakte uiting of idee van Zichzelf. Over deze schepper en Zijn volmaakte, geestelijke schepping lezen wij in Openbaring 4:11: “Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.”

In dit geestelijk heelal is de individuele mens besloten en waar hij individueel de Zoon Gods is, geschapen naar Zijn beeld, is hij door zijn hemelse Vader-Moeder goddelijk toegerust met de macht of het vermogen al die lagere ideeën te weerspiegelen, die het heelal, het oneindig ideaal van Gemoed, vormen. Dit vermogen te weerspiegelen is universeel en aan alle kinderen van God gelijkelijk toebedeeld. Op blz. 475 schrijft Mrs. Eddy over de mens: ”Hij is de samengestelde idee van God en omvat alle ware ideeën; de soortnaam voor alles wat Gods beeld en gelijkenis weerspiegelt.”
Individueel is ieder kind van God dus heerlijk, schoon, gelukkig, harmonisch, blij, werkzaam, intelligent, bevallig, vriendelijk, edel, rein en goed, zoals God, het oneindig goede, zelf.
Ieder van Gods kinderen is in alle eeuwigheid op zijn juiste plaats in Gods heelal, is altijd bewust van zijn één-zijn met het goddelijk Beginsel, altijd bewust van een gevoel van veiligheid, zekerheid en bestendigheid.

Geen opmerkingen: