maandag 31 januari 2011

Bloedverwant

Onze woonplaats is in  God, in Gemoed. Waar de almachtige God, de grote IK BEN, regeert, is geen plaats voor onrechtmatige overheersing. Wanneer erkend wordt, dat God het Beginsel, de enige oorzaak is, kan een geloof aan erfelijkheid van kwade eigenschappen geen bestaan vinden. Kleinzielig verzet van de menselijke wil moet wijken voor de alwetendheid van Gemoed. Wanneer wij in ons denken de overvloed aan hulpbronnen van Geest erkennen en wij deze in ons dagelijks leven benutten, zal het mesmerisch geloof aan begrenzing of beperking verbroken worden. Huichelarij en bedrog worden ontmaskerd en vernietigd door de alles-doordringende werkzaamheid van Waarheid. Zelfs de hevigste haat- en wraakgedachten vervagen tot nietsheid wanneer een lichtstraal opgevangen wordt van de alomtegenwoordige goddelijke Liefde.
God is niet alleen onze Vader-Moeder; Hij is ook “des mensen enige ware bloedverwant op aarde en in de hemel” (Miscellaneous Writings, blz. 151). De zware ketenen van zelfzuchtige familiebanden kunnen de individuele, geestelijke groei soms meer in de weg staan dan openlijke vijandschap dit zou doen. Wanneer iemand gebonden is door een verkeerd begrip van liefde of door haat, zal het helder besef, dat God “des mensen enige ware bloedverwant is” hem ogenblikkelijk vrijmaken.

zondag 30 januari 2011

Vrienden

Mensen verlangen naar een prettige omgang en vrienden. Wanneer bij iemand deze vriendschap ontbreekt, komt hij misschien in de verleiding om medelijden met zichzelf te hebben, omdat hij meent dat vrienden noodzakelijk onderdeel zijn voor zijn geluk. Als Scientist moet je beginnen, in deze situatie van verleiding, je eigen gedachten te onderzoeken om er achter te komen welke dwaling jou zelf verhindert om een vriend te zijn voor anderen. Ook zal je moeten nagaan wat je eigen motieven zijn om te verlangen naar menselijke vriendschap. Science leert dat een zelfzuchtige drijfveer altijd in de weg zal staan om iets goeds te bereiken.
Elke gelegenheid en onder alle omstandigheden is het nodig dat wij in ons denken en leven zo dicht mogelijk tot God komen, dat de menselijke wil ondergeschikt wordt aan de goddelijke wil.
Het is in elk geval zeker dat geluk bereikt zal worden door hem, die een diepe en alles-overheersend verlangen heeft naar groei in genade en geestelijk begrijpen en die blijk geeft van dit verlangen door geduldig, vergevingsgezind, ootmoedig, opgewekt en liefdevol te zijn in zijn denken en zijn spreken, in zijn handel en wandel.
Aan hem, die op deze wijze eerst het koninkrijk van Waarheid en Liefde zoekt, zullen alle nodige dingen worden gegeven - inclusief de juiste vrienden.

zaterdag 29 januari 2011

Zoon van God

De werkelijke mens weerspiegelt steeds de harmonie, die een kenmerk is van het heelal van God. En op deze gemoedstoestand kan nooit inbreuk worden gemaakt door een gedachtebeeld van welke ziekte of zonde dan ook; daardoor is harmonie blijvend. Gezondheid is slechts de uitdrukking van die harmonie en haar juiste ideeën. Iedere geestelijke idee staat bovendien in juiste verhouding tot alle andere ideeën. En hierdoor kan er geen disharmonie zijn. Alle ideeën blijven onder het bestuur van de goddelijke wet, die onveranderlijk is en ononderbroken werkt. Zodoende is gezondheid de oorspronkelijke en voortdurende toestand van de mens. Wordt dit feit eenmaal in zijn ware betekenis begrepen, dan herstelt en bevestigt het ‘t ware gevoel van gezondheid, dat stervelingen schijnt te ontbreken.
Mrs. Eddy zegt in Miscellaneous Writings blz. 183: “De mens is Gods beeld en gelijkenis; wat voor God mogelijk is, is voor de mens, als Gods weerspiegeling, ook mogelijk.” Dit inzicht maakt een einde aan het geloof in welke vorm dan ook, dat de vermogens van de mens beperkt zijn. Wat ons beperkt en onvolkomen toe schijnt is niets anders dan het gevolg van een gebrek aan kennis van de natuur en de aard van de mens, betreffende datgene, wat hem als zoon van God, toebehoort. Naargelang we deze stand van zaken beseffen, en een beroep doen op ons goddelijk recht zullen beperkingen van ons afvallen en dit zal in dezelfde mate plaats hebben, waarop ons inzicht in helderheid toeneemt.

vrijdag 28 januari 2011

Laat af

De hulpbronnen van Geest zijn oneindig; de macht van Geest is onbegrensd; en door geestelijk begrijpen gaat dit onmetelijke geestelijke gebied voor ons open en wordt het bereikbaar. Wat een vooruitzicht van vreugdevol en geestelijk zich nuttig-maken ontvouwt zich aan het denken van de Scientist, wanneer hij dit begint te begrijpen! Op blz. 88 van Terugblik en Inblik lezen wij: “Gemoed brengt zichzelf tot uiting in alomtegenwoordigheid en almacht; doch Gemoed wentelt om een geestelijke spil en zijn macht komt aan het licht, en zijn tegenwoordigheid doet zich gevoelen, in eeuwige stilheid en onwankelbare Liefde.” Denk dat eens in: Gemoed, dat onafgebroken werkt “in eeuwige stilheid en onwankelbare Liefde!” En de mens weerspiegelt in volkomenheid dit Gemoed.
Wanneer wij bedenken, dat Gemoed of Geest, alomtegenwoordig zijnde, altijd “in eeuwige stilheid” met ons is, wordt ons dan niet duidelijk hoe onnut de rumoerige en dikwijls verwarde wegen der mensheid zijn? Komt Gods roepstem niet tot ons in de woorden van de Psalmdichter: “Laat af, en weet dat Ik God ben,” een weten dus, dat Hij God is en Zijn stilheid in ons bewustzijn weerspiegelt! Dat is de Christus-wijze waarop geestelijke macht wordt gedemonstreerd. Het is de wijze, zoals dit wordt toegepast in het Christian Science genezingswerk bij het oplossen van alle menselijke moeilijkheden.

woensdag 26 januari 2011

Volmaaktheid

In Wetenschap en Gezondheid blz. 424:5-13 schrijft Mrs. Eddy: “Ongelukken bestaan niet voor God, of het onsterfelijk Gemoed, en wij moeten de sterfelijke grondslag van ons geloof loslaten en ons met het ene Gemoed verenigen, willen wij het denkbeeld van toeval door het juiste begrip van Gods onfeilbare leiding vervangen en zodoende harmonie aan het licht brengen.
Onder de goddelijke Voorzienigheid kunnen er geen ongelukken gebeuren, want er is geen  plaats voor onvolmaaktheid in volmaaktheid.”

dinsdag 25 januari 2011

De stof

Nooit  zal de stof kunnen voorzien in de vaak dringende behoefte van de mensheid aan betere gezondheid en meer kracht en hoe sneller men dit inziet en ophoudt te steunen op een gebroken riet, des te beter. Christian Science leert ons de metafysische reden hiervan inzien. Met andere woorden is die reden, dat de stof een foutief begrip is van het menselijk gemoed. Wanneer de stof als zodanig erkend wordt, d.w.z. wanneer begrepen wordt, dat de stof onwerkelijk is, ziet men, dat het geen zin heeft te denken, dat zij in staat zou zijn het ware leven te onderhouden, gezondheid tot stand te brengen of onze krachten te vernieuwen. Maar als de stof niet werkelijk substantie is, wat is het dan wel? Werkelijke substantie is datgene wat niet verandert, wat in alle eeuwigheid voortduurt; het is Geest, God. De mensen moeten ware, blijvende substantie, dit is Geest, gaan begrijpen en het onbreekbare verband met de mens daarmee in verband gaan zien, willen zij het juiste begrip van gezondheid en van kracht verkrijgen. Als middel tot herstel is er niets, wat met dit begrijpen vergeleken kan worden.
Wat leert Christian Science ons omtrent God, Geest, en omtrent de schepping van Geest, de mens? Zij verklaart, dat God goed is, dat Hij Leven, Liefde, Gemoed is en dat Hij oneindig is. Dit betekent dat er slechts één werkelijke macht is, namelijk God, dat overal Leven en Liefde zijn, dat overal Gemoed is, dat het goede overal is, en dat als gevolg hiervan het vermeende tegenovergestelde van God nergens is. Kortom, door te verklaren, dat God oneindig is, openbaart Christian Science het hoogst belangrijke feit, dat de stof en het kwade onwerkelijk zijn.

maandag 24 januari 2011

Tong

“Heere, zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur van mijn lippen.” Deze bede, door de Psalmdichter uitgesproken heeft een diepe betekenis. Ook lezen wij in Psalmen: “Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik zondige met mijn tong.” Het is zeker de moeite waard om te overdenken waarin het ‘zondigen met de tong’ bestaat. Spraak is zeker een machtig werktuig ten goede of ten kwade. Niemand kan de invloed of gevolgen berekenen van het uitgesproken woord. Hoe vaak zijn grote veranderingen teweeg gebracht door een kort gezegde of heeft het ingrijpend invloed gehad op de individuele gedachtengang.
Daarom is het erg belangrijk de deur van onze lippen met wijsheid en liefde te behoeden en te bewaken. Waarschijnlijk kan een ieder van ons voorbeelden voor de geest halen, waar ons antwoord op een woord van kritiek op een persoon of toestand anders geweest zou zijn, als wij zouden hebben gewacht, totdat Waarheid onze gedachten gevormd en ons spreken bestuurd zou hebben.
Wanneer onze woorden de aandacht vestigen op het kwade, dit aandikken of persoonlijk maken, kunnen wij dan zeggen dat zij onschuldig of onschadelijk zijn? Hij die in de ware zin een denker is, weigert datgene te onderschrijven wat onlogisch is, of die dingen uit te buiten, waarvan hij weet, dat zij in werkelijkheid geen grondslag hebben. Hij laat zich niet in met of neemt niet deel aan nutteloze gesprekken over alles wat vergankelijk en onwerkelijk is. Want hij weet dat onharmonische toestanden, hetzij van hemzelf of van anderen, evenmin “nieuws” zijn als een foutieve berekening in de wiskunde “nieuws” zou zijn.
Op bldz. 146 van The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany schrijft Mrs. Eddy: “Een Christian Scientist geeft uiting aan hetgeen harmonisch en eeuwig is en aan niets anders. Hij legt het volle gewicht van zijn denken, van zijn tong en zijn pen op de goddelijke weegschaal van het zijn aan de zijde van gezondheid en heiligheid.”
Laat ieder van ons, voordat hij de woorden uit, die hem op de lippen komen, zich afvragen of deze “het volle gewicht van zijn denken, zijn tong en zijn pen” leggen “op de goddelijke weegschaal van het zijn.”

zaterdag 22 januari 2011

Woensdag avond getuigenis online


Dear Fellow Members and Friends,

Starting this month, The Mother Church is offering an online Wednesday testimony meeting.  You can join each week to hear the online meeting at 2:00 p.m. (EST) broadcast live from our studio in Boston.

You’re invited to join this online congregation live (audio only), or listen to the replay and read the hymns, citations, and testimonies which will be posted for 24 hours after the service, until 3:00 p.m. (EST) on Thursday.  The meeting will be available by computer, phone, iPad™, iPhone®, or iPod Touch®.

TO JOIN ONLINE:  Click christianscience.com/church/ Wednesday-meeting-broadcast.

TO JOIN BY PHONE:  Phone lines are available only during the service, not after, on a first-come-first-served basis, so please listen by computer if you can.  Phone costs will be charged to the caller.  Call 617-450-7841 or 617-450-7842.

We will also continue to hold our 12:00 noon and 7:30 p.m. Wednesday testimony meetings in The Mother Church edifice, as advertised in The Christian Science Journal, but these are in-person only -- not available online or by phone. We'd love to have you join these, too, whenever you're in Boston!

Warmly,

Nathan Talbot
Clerk of The Mother Church 

vrijdag 21 januari 2011

Overdenking

Ps 19:15 “Laat de redenen van mijn mond, en de overdenking van mijn hart welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o Heere, mijn Rotssteen en mijn Verlosser.”
Een van de vele nuttige dingen, die Christian Science voor de mens doet, is hem de ware aard te leren zien van zijn geestelijke en werkelijke identiteit, en hem tevens te leren, juist te denken. Christian Science openbaart hem de waarheid omtrent de mens, namelijk dat hij zoon van God is, en dat hij als Gods kind, God weerspiegelt, omdat hij is begiftigd met het geestelijk vermogen om alle juiste ideeën te kennen. Velen denken hier misschien anders over en menen dat hun vermogen om juiste ideeën te kennen en juist te denken begrensd is, maar de waarheid blijft, dat het ware ik van elk van ons de weerspiegeling is van God en daarom het vermogen heeft alle geestelijke waarheid te kennen en tot uitdrukking te brengen.
God is Gemoed en de mens is de idee van Gemoed. Gemoed en de mens zijn daarom niet van elkaar te scheiden. “Gij hebt eenvoudig het wetenschappelijk positief besef van uw één-zijn met uw goddelijke bron in uw gedachten te bewaren en dit dag aan dag in uw leven aan te tonen,” schrijft Mrs. Eddy in Pulpit and Press, blz. 4.

woensdag 19 januari 2011

Voorbeeld

In vroegere jaren heeft Christian Science door haar tegenstanders bekendheid gekregen en deze tegenstand is voor ons aanleiding geweest tot vooruitgang. Nu is eigenlijk de tegenstand verminderd en is er een soort negatieve gedachten-toestand voor in de plaats gekomen. Tegenwoordig is er onder niet-Scientisten in het algemeen niet zozeer verzet; het is meer, dat gevoel van belangstelling ontbreekt. Onder deze omstandigheden is het nodig, op onze hoede te zijn voor het feit dat onverschilligheid voor Christian Science van de zijde van het publiek geen aansporing voor ons is; wij zijn nu veel meer geneigd het goeddoen moe te worden. Onverschilligheid, juist beschouwd, is een duidelijk te onderscheiden dwaling, die we onder ogen moeten zien en die verdreven dient te worden. Het is niets nieuws, maar het is op het ogenblik de algemene tendens.
Jezus zei: “Mijn spijs is, dat Ik doe den wil van Hem Die mij gezonden heeft, en Zijn werk volbreng” (Joh. 4:34). Zijn enig verlangen was, het goede te doen zo als het hem werd geopenbaard. Bij hem was al het andere ondergeschikt aan dit eenvoudige verlangen dat hem geheel vervulde.
Hierin, evenals in andere opzichten, biedt Christus Jezus ons het volmaakte voorbeeld. Wij moeten daarom net als hij, ons aan het goede wijden, vol levendige belangstelling voor elke gelegenheid die zich aan ons voordoet. Zoals Jezus en ook Mrs. Eddy hebben verklaard, is de allerbeste aanmoediging of beweegreden liefde voor God en onze naaste.

dinsdag 18 januari 2011

Gedachten

In Miscellaneous Writings (blz 252) zegt Mrs. Eddy: “Juiste gedachten zijn werkelijkheid en macht, verkeerde gedachten zijn onwerkelijk en machteloos en zijn in wezen gelijk dromen.” Wie zou er bang zijn voor een droom? Verkeerde opvattingen houden, waar zij niet met Beginsel in verband staan, evenmin een verband met macht. Ware gedachten, aan Waarheid verbonden zijnde, worden niet door kwade ingevingen belemmerd.
Wanneer de genezende macht van het goddelijk Gemoed voor één mens werkelijk en machtig is, dan is zij voor iedereen, te allen tijde en onder alle omstandigheden, werkelijk en machtig. Zij zegent niet enkelen en onthoudt haar zegen aan anderen. Evenmin zegent zij op de ene dag en laat het de andere dag na. Waar dit het geval is, moeten wij vastberaden ophouden een probleem vanuit een persoonlijk, fysiek of weifelend standpunt te bekijken. De genezende macht van God is onpartijdig en wordt niet beïnvloed door de veronderstelde omvang of langdurigheid van een menselijk probleem. De werkelijkheid is geestelijk, onveranderlijk, boven alles verheven, bewijsbaar. Wie vertrouwen krijgt in werkelijke geestelijke macht, zal vanzelf zijn denkbeeldig geloof in de hardnekkigheid van disharmonie loslaten.
Wij staan nooit tegenover een wezenlijke vijand, want God, de allerhoogste Vriend van de mens, vormt de enige tegenwoordigheid en enige macht. Er is in werkelijkheid geen ellendig sterveling, gebonden door vrees, onwetendheid of zonde, want God is het Al-in-al en in dit al-zijn van Geest, verblijft de mens.

maandag 17 januari 2011

Universeel

Waarheid is altijd praktisch. Paulus heeft gezegd: “Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb. Maar een ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het doelwit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in  Christus Jezus” (Fil 3:14) en ook nog: “Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is de dag der zaligheid.” (2 Kor 6:2)
De Bijbel spreekt ons van God “die al uw krankheden geneest.” De genezende boodschap van Christian Science is universeel, behandelt niet de ene vorm van dwaling en sluit de andere uit. Wat het probleem ook mag zijn, het kan in Christian Science opgelost worden. Wanneer Waarheid begrepen wordt, vernietigt zij elke vorm van dwaling, net zoals licht duisternis verdrijft. Christian Science vernietigt op alle punten het foutieve begrip van het kwade en brengt de werkelijkheid van het goede aan het licht. Zij biedt het Christelijk wetenschappelijk plan van oplossing aan allen, die het willen aanvaarden. De waarheden in de Bijbel geopenbaard zijn voor u en mij even waar als voor de profeten en apostelen. Toen Jezus sprak (Joh 8:31-32): “Indien gijlieden in mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk mijn discipelen, en zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken”, heeft hij niet alleen verheven woorden uitgesproken, maar gaf hij een heilige belofte, die voor eeuwig stand houdt.

zondag 16 januari 2011

Live chat: January 17th


Time4Thinkers LIVE Chat  - Monday, Jan. 17

Time4Thinkers LIVE: Humor in healing” with Norm Bleichman, C.S. and Peter Crabbe

Monday, January 17, 2011
9:00 p.m. – 10:00 p.m. (Boston EDT)

In a special TMC Youth chat for college students, Norm Bleichman, C.S. will be exploring some not-so-off-the-wall ideas on how humor fits into the metaphysical healing of Christian Science with special guest Peter Crabbe. Visit http://tmcyouth.com/humor-in-healing/ for more information. A flyer is not available for this event.

zaterdag 15 januari 2011

Toegang

Jezus’ woorden “De poort is eng en de weg nauw die tot het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden”, bezorgde een leerling in Christian Science  angstige gedachten. Het leek alsof het oude gezegde ‘Het is saai om goed te zijn’ hiermee benadrukt werd.
Tijdens een jaarlijks sportfeest op zijn school keek hij naar een wedloop. Plotseling ging hem een licht op: Natuurlijk is de weg nauw. Degenen die meedingen in de wedstrijd lopen niet rond over het veld, als zij de wedloop willen winnen. Zij lopen langs een rechte smalle baan. Het zou voor elk van hen dom zijn van deze baan af te wijken, zoals het voor iemand zou zijn onnodige bagage een berg op te dragen. Ook besefte hij dat niemand er aan zou denken de wiskunde bekrompen en begrensd te vinden, al heeft deze slechts negen cijfers om mee te werken, want het is mogelijk oneindige berekeningen te maken met die negen cijfers.
Later kwam hij in zijn studie tot het besef, dat de nauwe weg, door Mrs. Eddy’s toegewijd en onzelfzuchtig streven verlicht is en dat er steeds meer zijn, die deze weg vinden. Zij heeft aan de hele wereld in het leerboek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift de weg geschonken om de menselijke problemen uit te werken. In dit wonderbare boek is de Wetenschap van het zijn te vinden en de kennis van deze Wetenschap, zegt Mrs. Eddy (blz. 128): “verruimt de gedachtesfeer en verleent stervelingen toegang tot wijder en hoger gebieden.”

vrijdag 14 januari 2011

Groei

Groei is geen werkelijke vooruitgang, tenzij deze van God komt, als geestelijk verlangen. Hoe schitterend het vooruitzicht ook moge schijnen, alles wat meer aandacht voor het stoffelijke meebrengt of meer aandacht vraagt voor wereldse zaken dan voor de dingen van Geest is een stap terug. Rechtmatig verlangen, dat geestelijke voorspoed brengt, openbaart zich in een hogere graad van geestelijkheid en heerschappij en in een grotere mate van harmonie.

Indien degene die Christian Science bestudeert, door gedachten die op het stoffelijke zijn gegrond, verkeerd wordt geleid, zal vroeg of laat, voor beproevingen komen te staan die met de voorbijgaande en wisselende aard van stoffelijkheid gepaard gaan. Hij zal dan op zijn schreden terugkeren, zijn plaats in de maatschappij, zijn wereldse positie of bezittingen moeten opgeven en beginnen met nederig zijn verlangens te overdenken en te zuiveren. Christian Science verheerlijkt God, het goede, en vestigt zijn koninkrijk op aarde en leert de volslagen nietsheid van het kwaad, het veronderstelde tegendeel van het goede. 

“Er kan geen verlies uit voortkomen, dat wij onze verlangens aan God toevertrouwen.” Alle rechtmatige verlangens zullen bevredigd worden. Naar evenredigheid zal zorg gedragen worden voor zaken indien die goed zijn, voor andere werkzaamheden, voor voorziening in de behoeften, voor een harmonisch thuis en voor al het andere wat nodig is voor en in overeenstemming met de bezigheden en het welzijn van de mens.

In Terugblik en Inblik blz. 79 schrijft Mrs. Eddy: “ De merktekenen voor de pelgrim in de goddelijke Wetenschap zijn gelegen in ootmoed, onzelfzuchtige motieven en handelingen, het afschaffen van schoolse welsprekendheid, het bevrijden van de gedachte van verouderde leerstellingen, het louteren der genegenheden en verlangens. Oneerlijkheid, wangunst en teugelloze eerzucht zijn “begeerlijkheden des vlezes”, welke  de kiemen van groei in de Wetenschap verstikken, en het onnaspeurlijk vraagstuk van het zijn onopgelost laten. Langs de wegen van de stoffelijke zin, van wereldse gedragslijnen, van praal en hovaardij, wordt geen welslagen in de Waarheid bereikt.”

woensdag 12 januari 2011

Vraag van de week

Denkend aan de overstromingen in Australië, hoe hebt u gebeden toen omstandigheden 'uit de hand' schenen te lopen?

(Thinking about the floods in Australia, how have you prayed when a circumstance feels "out of control"?)

dinsdag 11 januari 2011

Ideeën

Wat stervelingen beperkt en onvolkomen toeschijnt is geheel en al gevolg van een gebrekkige kennis betreffende de natuur en de aard van de mens, betreffende datgene, wat hem, als de zoon van God, toebehoort.
Is er schijnbaar gebrek aan middelen? Laten we dit eens aan een wetenschappelijk onderzoek onderwerpen om er achter te komen, waarin de werkelijke behoefte bestaat. Kunnen wij ons voorstellen, dat de oneindige Vader-Moeder God, die Zijn goddelijke overvloed over de mens heeft uitgestort, iets verzuimd zou hebben, of de bron van Zijn mildheid zou hebben laten opdrogen? Zou een dergelijke Vader oneindig goed zijn? Neen. Waar ligt de moeilijkheid dan? Zeer zeker hierin: gebrek vloeit altijd en zonder uitzondering voort uit een tekort schieten in het begrijpen van Gods natuur en tegenwoordigheid en van Zijn verhouding tot Zijn kinderen. Er is dus behoefte aan een geestelijker begrip, aan een ruimere opvatting van het ware wezen van de mens als de zoon van God.
Mrs. Eddy zet dit op blz. 307 van haar Miscellaneous Writings in de volgende woorden bijzonder helder uiteen: “God geeft u Zijn geestelijke ideeën en op haar beurt voorzien deze in uw dagelijkse noden.” En zij laat er de liefdevolle vermaning en verzekering op volgen: “Vraag nooit iets voor morgen: het is genoeg dat de goddelijke Liefde een altijd aanwezige hulp is, en als gij, zonder ooit te twijfelen, wacht, zult gij ieder ogenblik al uw noden vervuld zien.”
Wat een een aanmoediging ligt er in die woorden! En zij komen van iemand die herhaaldelijk hun waarheid heeft bewezen, als zij scheen te kampen met groot tekort. Ook Christus Jezus zei in duidelijke bewoordingen hetzefde: “En al wat gij zult begeren in gebed, gelovende, zult gij ontvangen.”
Nu is er niets anders meer te doen dan deze ten uitvoer te brengen, dit is de enige behoefte die over blijft. Dit wil zeggen dat we ons werk goed moeten doen; en dit werk bestaat in bidden op de juiste wijze, niet in een smeekbede tot God ons iets te geven dat Hij ons onthoudt, maar in een beroep, op wetenschappelijke grond, op wat ons reeds toebehoort, nl. een onbeperkte overvloed van het goede, van het goede dat in elke nood voorziet.

maandag 10 januari 2011

Ontwaken

Het enige middel om te ontwaken uit het geloof, dat er ooit een slecht verleden of het een of andere herinneringsmuseum is geweest, waar valse schilderijen hingen, is te erkennen, dat God, “de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens naam heilig is,” de enige alomvattende oorzaak is. Aan de geestelijke mens deelt deze “Hoge en Verhevene” eeuwigdurend heiligheid en volmaaktheid mede. Het bewustzijn van de mens is een afspiegeling van het zuivere Gemoed, waarin nooit iets te kennen of te weerspiegelen is, was of zal zijn, dan het oneindig geestelijk goede. 
In Miscellany bldz. 191 schrijft Mrs. Eddy: “Christus, de Waarheid, heeft de grafdoeken ter zijde gelegd, en is uit het graf van het verleden opgestaan, met onsterfelijkheid bekleed. De graven geven hun doden op.” In het oneindig Gemoed zijn er geen graven voor ons gedachtenleven, geen rustplaatsen voor somber treuren of onvruchtbare herinneringen. Sterfelijkheid heeft geen plaats in onsterfelijkheid en heeft er geen deel aan; zij heeft geen geschiedenis in de Waarheid, en er is geen waarheid in haar geschiedenis. In ‘Prediker’ wordt verklaard: : “God eist op, wat voorbij is” (naar Eng. bijbelvert.) .
De Waarheid eist van ons, dat wij alle geloof aan een verleden opgeven en met vreugde de eeuwigheid erkennen van het goede, waarin nooit een geloof aan de stof heeft bestaan en niemand er ooit aan heeft geloofd. 
Het allerhoogste doel van de Christian Scientist is, eerbied te hebben voor de eeuwigheid van het goede en altijd in zijn hart te zeggen: “Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, die was en die is, en die komen zal.”

zondag 9 januari 2011

Geestelijke schepping

Er zijn verschillende woorden, die herhaaldelijk door Mrs. Eddy gebruikt worden, wanneer zij schrijft over de geestelijke schepping, over het heelal en de mens. Dat zijn: uitdrukking, weerspiegeling, openbaar-wording, vertegenwoordiger, beeld, gelijkenis, idee en ideaal. Zo omschrijft zij de mens (Wetenschap en Gezondheid, blz. 336): “De onsterfelijke mens was en is het beeld of de idee van God, namelijk de oneindige uitdrukking van het oneindige Gemoed, en de onsterfelijke mens is samenbestaand en samen-eeuwig met dat Gemoed.”
In welke bewoordingen het heelal en de mens ook omschreven of nader bepaald worden, zij vormen de oneindige openbaar-wording van Gemoed, Gods volmaakte uiting of idee van Zichzelf. Over deze schepper en Zijn volmaakte, geestelijke schepping lezen wij in Openbaring 4:11: “Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.”

In dit geestelijk heelal is de individuele mens besloten en waar hij individueel de Zoon Gods is, geschapen naar Zijn beeld, is hij door zijn hemelse Vader-Moeder goddelijk toegerust met de macht of het vermogen al die lagere ideeën te weerspiegelen, die het heelal, het oneindig ideaal van Gemoed, vormen. Dit vermogen te weerspiegelen is universeel en aan alle kinderen van God gelijkelijk toebedeeld. Op blz. 475 schrijft Mrs. Eddy over de mens: ”Hij is de samengestelde idee van God en omvat alle ware ideeën; de soortnaam voor alles wat Gods beeld en gelijkenis weerspiegelt.”
Individueel is ieder kind van God dus heerlijk, schoon, gelukkig, harmonisch, blij, werkzaam, intelligent, bevallig, vriendelijk, edel, rein en goed, zoals God, het oneindig goede, zelf.
Ieder van Gods kinderen is in alle eeuwigheid op zijn juiste plaats in Gods heelal, is altijd bewust van zijn één-zijn met het goddelijk Beginsel, altijd bewust van een gevoel van veiligheid, zekerheid en bestendigheid.

zaterdag 8 januari 2011

Sacrament

Marks, Lillian Turner, “Sacrament,” POEM, Christian Science Sentinel, Vol. 51 (8 January 1949), p. 54.

In sacred silence we commune and know
No consciousness of self apart from Thee.
Thus lifted up we would give thanks and go
To draw the hearts of those—and set them free—
Who are made ready for the bread we break.

Not as forgetful hearers, but as true
Observers of the Eucharistic feast
Shall we walk closely with the chosen few
And show them, from the greatest to the least,
That there is blessing in the cup we take.

vrijdag 7 januari 2011

Vrij zijn

Er is geen waar geluk in de stof, geen echt welzijn, geen zuivere goedheid, want het zogenaamde leven in de stof is slechts een verkeerd inzicht. Het doet er niet welke tegenslag, of hoe het zich noemt, ons pad kruist. In werkelijkheid is het er niet en is zij nergens, want God, het goede, is tegenwoordig.
Om onze gedachten te openen voor het ontvangen van de geestelijke waarheid, is het soms helpend om het beeld van een volkomen vrijheid in ons dagelijks leven voor ogen te houden, elk beletsel, elke hinderpaal, elke moeilijkheid, een omstandigheid, een mens of ons eigen-ik, als weggevaagd te beschouwen en onszelf te zien als vrij om te komen en te gaan, vrij om te spreken, vrij om te zijn en ons eigen werk te vinden, voorzien van voldoende middelen om daarheen te reizen, waar we zouden moeten zijn en dat in blakende gezondheid en in volle kracht. Wat zouden wij dan doen? Wat zou onze hoogste beweegreden, onze hoogste bezieling zijn?
Wanneer wij dat beeld overdacht hebben, kunnen wij in ootmoed bidden, dat God onze ogen openen zal, zoals Hij de ogen van Eliza’s dienstknecht opende, opdat wij mogen zien, dat de waarheden aan de zijde van gezegend geluk, van nuttig-zijn en van vruchtbaar-zijn in het goede, meer zijn dan de dwalingen, die tegen ons schijnen te zijn, en dat wij in letterlijke zin nu vrij zijn om al het goede te verwezenlijken, dat altijd aan de mens in Gods gelijkenis behoord heeft en altijd aan hem behoren zal. Het kwade, de hinderpalen, belemmeringen en alles, wat vooruitgang en nuttig-zijn in de weg staat, is niet een persoon, noch een plaats, noch een ding. Wat is het dan? Niets anders dan dwaalgeloof, dat wij vervangen kunnen door het ware, geestelijke bewustzijn. In werkelijkheid staat ons niets in de weg.

donderdag 6 januari 2011

Noden

Op blz. 494 van Wetenschap en Gezondheid staat: “De goddelijke Liefde heeft altijd voorzien en zal altijd voorzien in alles wat de mens van node heeft.” Degenen onder u die pas kort Christian Science bestuderen hebben zich misschien afgevraagd, hoe en op welke wijze de goddelijke Liefde in menselijke noden voorziet, daar zij toch slechts bewust is van haar eigen volmaaktheid en van de volmaaktheid van haar schepping - de mens en het heelal.
Wat heeft het menselijk gemoed dan nodig? De mensheid heeft genezing, verlossing en redding nodig. Hoe kan de goddelijke Liefde voorzien in een behoefte waarvan zij zich niet bewust is?
Het volgende voorbeeld dient ter verduidelijking. Laten we zeggen dat de zon niets weet van de werelden waarover haar licht schijnt. Ondanks dit feit heeft toch iedere planeet in ons zonnestelsel voordeel van het zonlicht, omdat het eenmaal in het wezen van de zon ligt om te schijnen. Zo wordt dan dat gedeelte van de aarde, dat naar de zon is toegekeerd, door haar stralen verwarmd en verlicht. Zo ook draagt de goddelijke Liefde geen kennis van de problemen van het menselijk bestaan; maar het ligt in haar wezen zich ‘zonder aanziens des persoons’ uit te storten en allen die hun gedachten tot de algemene Liefde, het Beginsel van harmonie wenden en zich aan haar wet houden, ondervinden daar, overeenkomstig hun pogen, de zegeningen van.
Laten we aannemen dat een mens een betere gezondheid nodig heeft, zoals vaak het geval is. Hoe voorziet Liefde in deze nood? De Liefde is het goddelijk Gemoed en op blz.251 zegt Mrs. Eddy: “Het goddelijk Gemoed voert tot volmaaktheid, het werkt door de waarheid op het zogenaamde menselijke gemoed, het leidt het menselijke gemoed er toe alle dwaling los te laten, en te ontdekken dat het goddelijk Gemoed het enige Gemoed is en de genezer van zonde, ziekte en dood.” Kon er een betere of meer begrijpelijke verklaring gegeven worden van de methode of werkwijze waardoor het onsterfelijk Gemoed, de goddelijke Liefde, ziekte geneest en dus in menselijke nood voorziet?
Zo leert Christian Science ons hoe de goddelijke Liefde in “iedere menselijke nood” voorziet door aan het menselijk bewustzijn te openbaren, dat er in absolute waarheid geen nood is waarin moet worden voorzien.

woensdag 5 januari 2011

Bewijsbaar

Op bldz. 27 van Miscellaneous Writings zegt Mrs. Eddy: “Daar schepping, geestelijke evolutie en openbaarwording, - in en van Geest, Gemoed, zijn en van alles wat werkelijk bestaat, - moeten zij uit Geestes- en Gemoedseigenschappen zijn samengesteld. Dit is Wetenschap en vatbaar voor bewijs.”
Door stevig vast te houden aan dit feit, dat al het werkelijke bewijsbaar is, stijgt de Scientist omhoog naar volle bewijslevering. Tegelijkertijd leert hij hierdoor om minder “vatbaar” te zijn voor dwaling. Het goddelijk Gemoed geeft het bewijs van zijn eigen schoonheid en harmonie aan iedereen, die zich voor het goede open stelt, door de dwalingen, die zijn gedachten vertroebelen en afleiden, steevast te verwerpen.
Omdat het geestelijk werkelijke bewijsbaar is, is al het goede voor iedere trouwe Christian Scientist “vatbaar voor bewijs” en kan door hem worden aangetoond. In de praktijk van deze Wetenschap verschijnt harmonie in het menselijk denken en leven en disharmonie verdwijnt er uit. Zo geeft bijv. de niet door God opgelegde, last van een onaangenaam humeur, geen bewijs van Gods bestaan. En datgene wat God, het goede, niet aantoont, is niets.
Anderzijds is de goddelijke natuur wèl werkelijk en aantoonbaar, door haar connectie met het goddelijk Beginsel. Uit dezelfde oorzaak vloeit voort, dat gezondheid in elk voorkomend geval aantoonbaar is, dat barmhartigheid in elk geval aantoonbaar is. De dwaling is echter niet aantoonbaar, omdat zij een leugen is; maar het goede is alomtegenwoordig en te bewijzen.
Wanneer nu door de toepassing van Christian Science een geloof aan wanhoop, ziekte, slecht humeur of verkeerde begeerte uit iemands gedachten en uit zijn leven zijn verdreven, wat is er dan eigenlijk gebeurd? Het bewijs, dat Waarheid in het menselijk bewustzijn werkzaam is, is geleverd, de geestelijke vrede is gekomen en het antwoord van Liefde op de aantrekkingskracht van het goede heeft zich doen horen. De bij het wezen van de mens behorende reinheid is zichtbaar geworden. De mens naar Gods beeld is zich ten volle bewust van zijn gezondheid en zijn intelligentie, is er met andere woorden volkomen van bewust, Gods gelijkenis te zijn.

maandag 3 januari 2011

Gedenken

Wanneer wij iedere ochtend en gedurende de dag God vragen om méér begrijpen, méér liefde en kracht, ten einde ons werk goed te doen en in staat te zijn, méér van ons geestelijk wezen, d.w.z. méér liefde, dankbaarheid eerlijkheid enz. uit te drukken, dan kunnen wij zeker zijn van Zijn hulp. Dit zal onze talenten tot volmaaktheid brengen. En laten wij bij het vallen van de avond niet ontmoedigd zijn als ons werk niet zó geslaagd is, als wel had gekund.Troostend zijn de woorden in ons leerboek op bldz. 254: “God eist volmaaktheid, maar niet voordat de strijd tussen Geest en het vlees gestreden en de zege behaald is!”
Het bewustzijn van Gods alheid en van Zijn volmaakte schepping brengt de ware rust. Wanneer wij nederig erkennen, dat wij één zijn met Hem, stelt dit ons in staat, méér Waarheid en Liefde te weerspiegelen.
Wat kan ons beletten altijd weer de volmaakte schepping van God te gedenken en onze medemensen te zien, zó als Christus Jezus hen zag? Niets, want ons oprecht verlangen om steeds meer Gods wezen te begrijpen, zal ons in staat stellen, dit te doen. Laten we dit gedenken heilig houden en voortdurende onze gedachten voorbereiden om verdere zegeningen te ontvangen.

zondag 2 januari 2011

Wandelen met God

Wandelen met God houdt meer in dan nauwgezet gehoorzamen aan Gods geboden. Het houdt in een welwillende geesteshouding, dat de enkeling tot zachtheid stemt en warmte uitstraalt over de wereld in het algemeen.
Onze gemoedsgesteldheid houdt direct verband met onze gezondheid als met ons geluk. Hierin schuilt niets geheimzinnigs, zelfs niet, als gezondheid als een lichaamstoestand wordt beschouwd, want wordt niet het lichaam door de gedachten bestuurd? Daarom zal de gemoedsgesteldheid van een mens, naargelang deze gespannen of rustig is, onvermijdelijk, hetzij in goede of in kwade zin, op het lichaam inwerken. De verschillende schakering in de gemoedsgesteldheid verraden zich in de gelaatsuitdrukking, in de beweging en de woorden van de enkeling. Maar eenieder heeft het in zijn macht evenwichtigheid, opgewektheid, zachtmoedigheid en hartelijkheid aan te kweken. Deze manifesteren zich in een betere gezondheid en in betere vooruitzichten. Zij leiden tot werkzaamheid, niet tot werkeloosheid, tot kracht, niet tot zwakheid, tot een leven dat vrij en onbezoedeld is. Zij spreken uit een veerkrachtige stap, uit een stralend gelaat en een edelmoedig rekening houden met anderen.
Hier herinnert Mrs. Eddy ons in zeldzaam gelukkig gekozen woorden (Miscellaneous Writings, blz. 354): “Een weinig meer goedertierenheid, het zuiveren ener beweegreden, enkele waarheden in tederheid medegedeeld, een hart, dat tot zachtheid gesteld, een humeur, dat overwonnen wordt, een geheiligd leven, zou de werking van het gedachtelijk mechanisme herstellen en zou lichaam en ziel overeenkomstig den wil van God doen werken.”

De erkenning dat het goddelijk Beginsel regeert, onbeïnvloed door verdeeldheid-brengende krachten, bevordert vrede en kalmte en werkt daardoor normale toestanden in de hand zowel in aangelegenheden van het land, onze zaken, onze kerk, ons thuis, als van onszelf. Men kan gelijkmoedigheid en kalmte in de hand werken en daardoor zijn welzijn en werkvermogen bevorderen, door in het oog te houden hoe rustig en toch hoe onweerstaanbaar Leven is. De een neemt de ergernissen, de prikkelende en verdrietige voorvallen, die zich veelvuldig in het dagelijks leven voordoen op. De ander, die zijn gedachten in toom houdt uit liefde en zorg voor het mensdom en zijn aandacht wijdt aan de werkelijkheden van het bestaan, zal zich niet laten beïnvloeden door disharmonische toestanden. “Laat af, en weet dat Ik God ben,” is overtuigender dan hoorbare redeneringen.