vrijdag 2 november 2018

Het tweede gebod

Het tweede gebod verbiedt het maken van “een gesneden beeld.” Indrukken uit het verleden die levendig en onuitwisbaar in de herinnering worden gehouden, kunnen ons tot een soort gesneden beeld worden. Waarom zouden we ons daarvoor buigen in verdriet, berouw of zelfverwijt? We kunnen schadelijke herinneringsbeelden uitwissen, wegvagen, afwijzen en afdanken. Maar hoe? Door ons los te maken van het sterfelijk gemoed dat zulke herinneringen vasthoudt en door ons te vereenzelvigen met het goddelijk Gemoed dat die herinneringen niet kent. In plaats van aanspraak te maken op een persoonlijk gemoed met slechte of goede herinneringen, kunnen we met vreugde het éne Gemoed erkennen dat ieder van ons weerspiegelt. Dit Gemoed kent en beseft alleen de goddelijke werkelijkheid - dat wat is - God en Zijn idee. Gods ideeën zijn nooit slachtoffer van het verleden; nooit onderworpen aan zelfvervolging, of zogenaamde gedachtelijke beïnvloeding. God, de intelligentie van het heelal, heerst geheel alleen over Zijn idee, de mens, en houdt hem voor altijd in het nu van het eeuwige goede. Door in het heden te leven kunnen we er zeker van zijn dat we vrij blijven van onverstandig vasthouden aan het verleden.

Geen opmerkingen: