zondag 5 augustus 2018

Zaligheid

Voor alle menselijke relaties, tussen familieleden, kerken of volkeren, is de uiteindelijke bron van het goede het ene volmaakte Gemoed. Naarmate dit grootse en eeuwige feit duidelijk wordt, zal alles dat afbrekend en ondoelmatig is geheel uit het bewustzijn verdwijnen door groei in begrijpen, door gebed en door gehoorzaamheid aan de geestelijke wetten. Dat vraagt een ongeveinsd verlangen om geestelijk te groeien. Deze genezende kwaliteiten en capaciteiten staan een ieder ter beschikking, omdat ze deel zijn van de alomtegenwoordigheid van het goede. Daar het goede zich voortdurend openbaart, kunnen we onze relaties met anderen verbeteren. Omdat we niet alleen op de wereld zijn, kan niemand van ons zijn zaligheid geheel alleen uitwerken! Hoewel zaligheid individueel is, kan al te veel individualisme leiden tot zelfzucht en apartheid, wat tot conflicten leidt. Jezus’ voorbeeld van liefde en genezing bij het uitwerken van zijn eigen zaligheid wijst erop dat het goddelijk goede zowel een concertpartij als een solopartij van ons eist. Alle ideeën van Gemoed ontlenen hun relatie tot elkaar aan hun relatie tot Gemoed, zij zijn apart, maar niet geïsoleerd van elkaar. Onze eenheid met God, Gemoed, moet daarom volmaakte harmonie inhouden met ieder idee  en met iedere combinatie van ideeën van Gemoed en wij moeten daarvoor openstaan. Wanneer wij geen goddelijke opvattingen over anderen hebben, brengen wij onze eigen demonstratie van de harmonie van Gemoed in gevaar.

Geen opmerkingen: