zaterdag 4 augustus 2018

Het grote geheel van ideeën

Soms worden we misschien ontmoedigd wanneer juist waar we harmonie en overwicht verwachten te zien, men in gebreke blijft en wanorde prevaleert. Paulus moest aan deze uitdaging in de beginperiode van het Christendom het hoofd bieden. Steeds weer tonen zijn geschriften aan dat hij de gedachten van zijn eerste volgelingen in de kerken vestigde op vertrouwen in het onvoorwaardelijk goede dat God is, zich daarbij duidelijk afzettend tegen joodse dogmatiek, Hellenistische dwaalleer en de verheerlijking van personen. Aan de kerk in de oude Griekse stad, Corinthe schreef Paulus: “Er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God die alles in allen werkt.” (1Kor. 12:6). Personen en instellingen zullen ons minder teleurstellen als we het goede dat zij doen zien in het grote geheel van de ideeën van het goddelijk Gemoed in plaats van op basis van persoonlijke verwachting. Een persoonlijk begrip van onze verwantschap met anderen ziet alles, onszelf inbegrepen, als afgesneden van God. Het wil ons doen geloven dat wij werktuigen zijn in de handen van de concurrentie, domheid, verdorvenheid en heel hun gebroed. Maar zodra wij zien dat de enige band die wij werkelijk ervaren uit een allesomvattende Gemoed voortkomt - een Gemoed dat de immer harmonische combinaties van het goede openbaart in de oneindigheid van Zijn ideeën - dan wordt onze verhouding met anderen zoveel sterker, zoveel geïnspireerder en productiever omdat dit begrijpen ons uittilt boven het sterfelijk geloof dat er leven bestaat zonder het goede, zonder God.

Geen opmerkingen: