Wat kenmerkend is voor God is kenmerkend voor ons in onze eenheid met Hem. De vergelijking dat de mens en God één zijn zoals een druppel water één is met de oceaan of zoals een zonnestraal één is met de zon, heeft mij altijd aangesproken. Ik moet toegeven dat het wat tijd nam voordat de diepere zin van deze analogie tot mij doordrong. En ik moet er nog altijd om lachen dat ik de simpele waarheid ervan niet eerder zag. Ondanks al mijn bewondering voor die beeldspraak had ik mijzelf evenwel altijd geïdentificeerd met die druppel; tot ik ineens zag dat er een hele oceaan is waarmee ik mijzelf kon vergelijken. In onze eenheid met God zijn wij nooit beperkt tot druppeltjes liefde of rechtvaardigheid, geluk en voorziening. O, nee, in onze eenheid met God is er een oceaan van liefde - om lief te hebben en liefde te ondervinden - een oceaan van talent en mogelijkheden tot succes een oceaan van gezondheid en vitaliteit en levensvreugde. Deze oceaan van goedheid in ons is onze Christelijkheid onze eenheid met God.
Door de eeuwen heen is de mens altijd geïnteresseerd geweest in de intrinsieke waarde van het getal één. Zo vroeg Alexander de Grote zijn leermeester Aristoteles eens: ‘Hoe groot is het getal één?’ Alexander was lichtelijk verbouwereerd te zien dat zijn leermeester niet in staat was direct een antwoord te geven en zei over het antwoord te moeten nadenken. De volgende ochtend kwam Aristoteles met zijn antwoord. Het luidde: ‘Eén is genoeg!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten