vrijdag 6 mei 2016

Eendrachtig bijeen

Een van de meest verheven momenten die in de Bijbel staan beschreven is Pinksteren, toen de discipelen ‘allen eendrachtig bijeen’ waren en vervuld werden met ‘de Heilige Geest’ (Hand. 2:1,4). Het was niet zozeer het bijeen zijn op een bepaalde plaats die dit bewerkstelligde; het waren hun gedachten die op het moment volledig vervuld waren van een helder besef van de geestelijke werkelijkheid, namelijk de aanwezigheid en macht van God alleen. Dit besef was van zo’n illuminerende kracht dat het de duisternis der eeuwen verlichtte. Een afstraling van deze glans wordt actueel telkens wanneer bijvoorbeeld ergernis overwonnen en verontwaardiging resoluut van de hand gewezen wordt - zoals bij de vraag wie naast wie zit, of wat je wel of niet draagt, en of de leden van de kerk het decorum wel hoog houden of hoe een bepaald woord moet worden uitgesproken - zodat we werkelijk ‘eendrachtig bijeen’ kunnen zijn, geconcentreerd op de ideeën die door de voorlezers worden gepresenteerd. Dat zijn werkelijk heilige ogenblikken als de macht van het Woord voelbaar wordt. Dat zijn de momenten waarop de goddelijke bedoeling zichtbaar wordt, het besef van de absolute eenheid van de mens met zijn Maker. Dan blijft er geen wil, wens, leven of gemoed over gescheiden van God.

Geen opmerkingen: