Wanneer wij inzien, dat God Gemoed is, gaan we begrijpen, dat de mens een idee is, voortkomende uit Gemoed. Op deze wijze wordt het besef van ‘s mensen onscheidbaarheid van, en eenheid met Gemoed als zijn uiting, in ons bewustzijn gevestigd, en wordt zijn volmaaktheid als het beeld en de gelijkenis van God gezien. Door de studie en de toepassing van Christian Science leren wij, dat Gemoed in ons te laten zijn “hetwelk ook in Christus Jezus was” (Fil. 2:5); met andere woorden, wij laten ons alleen door het goede besturen in al onze dagelijkse werkzaamheden en vervangen de stoffelijke geloofsvormen door geestelijke ideeën. Deze geestelijke ideeën, die genezen en zegenen, zijn het bewijs, dat God met ons is, dat het immer tegenwoordige Gemoed zichzelf voortdurend tot uitdrukking brengt, dat God alles geeft en de mens Gods milde gaven ontvangt. Het grote geestelijke feit, dat er slechts één Gemoed is en dat dat alleen goed is, is de basis van waaruit wij God beginnen te kennen als het immer tegenwoordige goede, de enige macht, die elk dwaalgeloof aan een kwade tegenwoordigheid of macht tenietdoet.
Naarmate het geestelijke feit zich ontvouwt, dat God Gemoed is, leren wij met hem spreken zoals iemand doen zou met een tedere, liefdevolle vader of moeder, want in de Wetenschap wordt Hij geopenbaard als Vader-Moeder God, in Wie “wij leven, ons bewegen en zijn”.
Audio begins on April 28, 2015 at 2:00 pm EDT. Please come back to hear the broadcast!