woensdag 19 februari 2014

Grondslag

Jezus genas vele mensen zonder medicijnen of medisch ingrijpen. Sommige Christenen beschouwen deze genezingen als wonderen. Door de metafysische logica nauwkeurig toe te passen, door haar geestelijk inzicht en door de bewijzen die zij verkreeg bij het genezen van anderen, begreep Mary Baker Eddy echter  dat Jezus genas in absolute gehoorzaamheid aan de goddelijke wet. Jezus maakte het in zijn verklaringen heel duidelijk dat hij uit zichzelf, als gevolg, niets kon doen. Hij leerde dat zijn Vader, God, de oorzaak van al het goede is. “Wat noemt gij mij goed? Niemand is goed dan één, namelijk God” (Matt.19:17). Jezus leerde ons dat het kwaad niet door God geschapen is en daarom geen werkelijk bestaan heeft. Omdat het kwaad ‘een leugenaar en de vader van de leugen‘ is, kan het ons niets vertellen over wat wij in werkelijkheid zijn. Jezus bewees dat alle vormen van kwaad wel degelijk vernietigd kunnen worden. Hij genas blindheid, doofheid, kreupelheid, verlamming, bloedingen, krankzinnigheid, onzedelijkheid en gebrek. In Wetenschap en Gezondheid, blz. 259 vinden we de volgende verklaring hoe hij genas: “De goddelijke natuur vond haar hoogste uitdrukking in Christus Jezus, die over stervelingen de zuiverder weerspiegeling van God deed schijnen en hun leven op een hoger peil bracht dan hun armzalige gedachtenbeelden toestonden - gedachten, die de mens als gevallen, ziek, zondigend en stervend voorstelden. Het Christusgelijke begrijpen van het wetenschappelijke zijn en de goddelijke genezing houdt een volmaakt Beginsel en een volmaakte idee  in - een volmaakte God en een volmaakte mens - als grondslag van gedachte en demonstratie.”

Geen opmerkingen: