De werkelijke mens, de vertegenwoordiger van God, met Hem tezamen bestaand, en met Hem samen eeuwig, heeft geen toekomst en geen verleden. Hij verblijft in wat geestelijk tegenwoordig is, in het bewustzijn van de Vader-Moeder God.
De Prediker heeft duidelijk uiteengezet dat alle werkelijkheid nu aanwezig is. Volgens een moderne Engelse vertaling luidt vers 3:15: "Al wat is, is er reeds geweest; al wat zal zijn, bestaat reeds; en wat verdwijnt wordt altijd door God teruggebracht."
Deze stellige overtuiging, dat al het goede in het tegenwoordige bestaat, moet voor stervelingen een aansporing zijn om onderzoek te doen naar het goddelijk erfdeel. Door onderzoek kan de mens leren beseffen, hoe rijk hij in geestelijkheid is; kan hij leren beseffen, wat het inhoudt om een kind van God te zijn, een mede erfgenaam met Christus.Jezus heeft in duidelijke bewoordingen gezegd: "En al wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij ontvangen." Dit wil zeggen dat wij ons werk goed moeten doen; en dit werk bestaat in bidden op de juiste wijze, niet in een smeekbede tot God ons iets te geven dat Hij ons onthoudt, maar juist een beroep doen, op wat op wetenschappelijke grond, op wat ons reeds toebehoort, nl. een onbeperkte overvloed van het goede dat in elk van onze noden voorziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten